De Provinciale Staten van Friesland besloten begin juni als eerste provincie over te gaan tot een tijdelijk verbod van nieuwe zonneparken op landbouwgrond. De Provinciale Staten van Overijssel vroegen vervolgens ook om een tijdelijk verbod op zonneparken te overwegen tot de zonneladder is vastgelegd, maar het dagelijks bestuur van Overijssel ziet hier geen noodzaak voor.
Interim Omgevingsverordening toereikend
In Brabant doet zich nu dezelfde situatie voor als in Overijssel. Provinciale Statenleden van de Brabantse (coalitie)partijen ChristenUnie-SGP, VVD, CDA, Forum voor Democratie, D66, 50+ en Lokaal Brabant vroegen de Gedeputeerde Staten om een tijdelijke beperking voor het verlenen van vergunningen voor zonneparken op agrarische grond tot de zonneladder definitief in werking is getreden.
De Gedeputeerde Staten hebben besloten dit verzoek niet te honoreren omdat de Interim Omgevingsverordening (IOV) volgens hen toereikend is: ‘Wij zijn van mening dat een tijdelijke beperking voor de aanleg van nieuwe zonneparken op landbouwgronden in Noord-Brabant niet nodig is, zoals nu in Friesland wel gebeurt. Bij een correcte toepassing van de IOV, waarbij naast de zonneladder ook toepassing wordt gegeven aan het diep, rond en breed kijken. Met diep, rond en breed kijken wordt niet alleen bedoeld dat bij een beoogde ontwikkeling een bredere afweging plaats moet vinden met de op de locatie en in de directe omgeving aanwezige waarden en kenmerken. Ook moet er gekeken worden naar mogelijke koppelingsmogelijkheden met ontwikkelingen of functies en betrokkenheid van de directe omgeving.’
Motiveringsplicht
Gedeputeerde Staten schrijft het voornemen te hebben om in februari 2021 een ontwerpomgevingsverordening vast te stellen en deze in oktober 2021 ter vaststelling aan de Provinciale Staten aan te bieden. In de Interim Omgevingsverordening (IOV) is nu al een zonneladder opgenomen die moet worden toegepast. Vanuit het principe van zorgvuldig ruimtegebruik ligt er, op grond van de toepassing van deze zonneladder, volgens Gedeputeerde Staten een motiveringsplicht bij gemeenten voor het bepalen van de opgave voor zonneparken in het buitengebied.
‘Dit houdt in dat de noodzaak van een zonnepark moet worden onderbouwd vanuit de voorwaarde dat de mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie binnen stedelijk gebied en op daken, en de opwekking door windenergie binnen deze gemeente, onvoldoende is voor de verwachte behoefte aan elektriciteit’, aldus Gedeputeerde Staten.
Men besluit: ‘Rekening houdend met deze in de Omgevingsvisie vastgelegde uitgangspunten, die ook als basis dienen voor de Interim omgevingsverordening, zien wij geen noodzaak om verdere beperkingen op te nemen.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.