ACM: vast energiecontract voor eigenaren zonnepanelen 5 procent duurder

Dat concludeert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een eerste verkennende studie naar de extra kosten die energiebedrijven in rekening brengen aan consumenten met zonnepanelen. De studieresultaten zijn voor de toezichthouder reden om aanvullend onderzoek te doen.

18 energieleveranciers
Verschillende energieleveranciers kiezen er volgens de ACM voor om geen – langjarige – vaste contracten aan te bieden aan huishoudens met zonnepanelen. Op 1 maart jongstleden waren er 18 energiebedrijven die langjarige vaste contracten aanboden.

Huishoudens met zonnepanelen kunnen bij 7 van deze 18 leveranciers terecht. Deze contracten zijn gemiddeld 5 procent duurder dan vaste contracten die alleen aan klanten zónder zonnepanelen aangeboden worden.

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de verschillende maatregelen die de ACM in haar studie heeft waargenomen bij de onderzochte energiebedrijven.

* peildatum 1 maart 2024. Noot: sommige leveranciers maken op meerdere manieren onderscheid.

Concurrentiepositie verslechtert
De verschillende energieleveranciers hebben bij de toezichthouder aangegeven de kosten voor klanten met zonnepanelen niet langer te willen verdelen over alle klanten, omdat dit steeds meer in het nadeel is van klanten zonder zonnepanelen. Ook zou de concurrentiepositie van leveranciers met relatief veel klanten met zonnepanelen verslechteren ten opzichte van leveranciers met een laag aandeel klanten met zonnepanelen.

‘Een leverancier met relatief veel klanten met zonnepanelen maakt immers op portfolioniveau meer kosten dan een leverancier met relatief weinig zonnepaneel-klanten’, aldus de ACM in haar studie. ‘Leveranciers mogen onderscheid maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen. Omdat steeds meer leveranciers dit op verschillende manieren doen, ontstaat er een gevarieerd aanbod van contracten. Dit leidt tot meer keuze, maar maakt het voor consumenten ook lastiger om te vergelijken. De ACM heeft er bij de wetgever al eerder voor gepleit om maatregelen te nemen om de vergelijkbaarheid van contracten te verbeteren.’