Een transporttarief voor energieproducenten kan ervoor zorgen dat ze bij hun investeringen in nieuwe capaciteit meer rekening houden met de daadwerkelijke kosten die dit met zich meebrengt, zo stelt PBL in de recente Trajectverkenning Klimaatneutraal 2050.
‘Eerst hadden we het over transporttarief, later over producententarief, nu is invoedingstarief de gebruikelijke term. Hoe dan ook, er gebeurt momenteel veel op dit onderwerp. Als branchevereniging volgen we dit dossier uiteraard op de voet.’
Wat is de actuele stand van zaken?
‘De Autoriteit Consument & Markt – ACM – laat een onderzoek uitvoeren naar de mogelijke invoering en effecten van zo’n invoedingstarief door CE Delft. Deze week werden de eerste resultaten besproken met de klankbordgroep waar wij – en onder andere ook NVDE, Energie-Nederland en NedZero – deel van uitmaken.’
Wat is het achterliggende doel van dit onderzoek?
De ACM wil een brede tariefherziening, zodat die kosten-reflectief wordt en stuurt naar netvriendelijk gedrag. Een invoedingstarief voor energieproducenten is een mogelijk middel om dat te bereiken. Wij zijn daar niet principieel op tegen, als het effectief is tenminste.’
En dat is het?
‘Daar is nog niets over te zeggen. De studie is pas na de zomer gereed. Die is bovendien zeer complex. Er worden nu 6 mogelijke varianten van invoedingstarieven onder de loep gelegd, onder andere op basis van uniforme kilowatttarieven, tijdsafhankelijke kilowatttarieven en locatie-afhankelijke kilowatttarieven. Een interessante nieuwe optie is een aansluittarief waarin de kosten voor de noodzakelijke investeringen van netvlakken worden meegenomen.’
Holland Solar heeft voorkeuren?
‘Wij wachten de uitkomst van dit onderzoek met interesse af. Het is nog te vroeg om standpunten in te nemen. Duidelijk is echter bijvoorbeeld al wel dat wij weinig zien in een locatie-afhankelijk tarief, alleen al omdat de locatiekeuze in handen ligt van gemeentes en provincies en de mogelijkheden voor zonneparken toch al sterk beperkt zijn. Daarnaast is het zinnig om onderscheid te maken tussen bestaande en nieuwe zonne-energiesystemen, dat komt ook naar voren in de discussies.’
Een invoedingstarief betekent sowieso extra kosten.
‘En daar is bij de ontwikkeling van zonneparken die al gerealiseerd zijn geen rekening mee gehouden. Voor nieuwe ontwikkelingen betekent het alweer een additionele financiële kostenpost. Bovendien zijn er andere manieren om netcongestie te mitigeren, bijvoorbeeld via capaciteitsbeperkende contracten en vraagsturing. We moeten dus ook kijken naar het grotere geheel, of een invoedingstarief van meerwaarde is en in welke vorm dat dan moet worden gegoten.’
Die toegevoegde waarde is nog niet duidelijk maar er wordt al wel naar toegewerkt.
‘Er wordt nu gekeken naar de effecten van die 6 varianten wat betreft netgebruik (gedragsverandering), businesscases en de energierekening van de afnemers die nu de netkosten dragen. Het is mogelijk dat extra kosten voor producenten bij die laatsten terechtkomen. Maar los van dat alles, het gaat om wat je onder de streep wil bereiken, en dat is vooralsnog onvoldoende duidelijk.’
Een herziening van de tariefstructuur is geen doel?
‘Exact. Je kunt de effectiviteit van middelen pas beoordelen als je specifieke doelen hebt bepaald, bijvoorbeeld aangaande netgebruik of systeemoptimalisatie. Daar ontbreekt het nu aan. Wij dringen dan ook aan om die helderheid op tafel te krijgen. Dan kunnen we eind dit jaar ook een goede discussie voeren over de juiste weg naar de toekomst.’