In november 2022 boden jullie, als onderdeel van de Alliantie Zon, een brandbrief aan in Den Haag.
Pijlman, directeur en medeoprichter van Novar: ‘Dat was niet onterecht. De kosten stegen sterker dan de opbrengsten. Met de toenmalige vergoeding in de SDE++ kwamen de marges sterk onder druk te staan. Gelukkig onderschreven het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat ook. Het basisbedrag werd aangepast naar 6,77 eurocent per kilowattuur.’
Daarmee is de missie geslaagd?
‘Wij waren daar heel blij mee, het was noodzakelijk om de zakelijke zonne-energiemarkt op gang te houden en dat moet om onze energietransitie waar te maken. Ik denk echter ook dat we breder moeten kijken. Er zijn nog steeds veel uitdagingen in de sector. Dat heeft onder meer te maken met inconsistent beleid.’
Je hebt het over zon op land?
‘De Europese en nationale doelstellingen voor zonne-energie zijn groot; de uitrol van zonnepanelen moet worden versneld. Het PBL becijferde dit jaar dat er in 2050 3 tot 5 keer meer elektriciteit opgewekt dient te worden om in Nederland volledig klimaatneutraal te zijn. Zonne-energie, zowel op dak als op land, speelt hier een belangrijke rol in. Vorig jaar oktober verstuurde demissionair minister Hugo de Jonge de kamerbrief ‘Aangescherpte voorkeursvolgorde zon’ naar de Tweede Kamer. Hierin werden aanvullende eisen gepresenteerd voor de ontwikkeling van zonneparken. De implementatie van dit beleid werd op provinciaal niveau belegd. Onze provincies vullen dat op eigen wijze in, hierdoor is het beleid aan het versnipperen. Dat is niet goed voor het behalen van onze klimaatdoelen en ook niet voor onze sector.’
Wat zien jullie momenteel gebeuren?
Uil, adviseur Public Affairs bij Novar: ‘De uitzonderingen die demissionair minister Hugo de Jonge noemde in het aangekondigde “nee, tenzij”-beleid waren transitiegebieden, netneutrale projecten en agri-pv. Zoals gezegd zijn provincies verantwoordelijk voor de implementatie van dit beleid, en dit doen zij heel verschillend. Zo neemt de provincie Noord-Holland alle uitzonderingsgronden over, maar sluit Groningen zon op land bovenop de RES 1.0 grotendeels uit.’
Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse energietransitie en de elektrificatie van het midden- en kleinbedrijf én de industrie?
‘Die zijn groot. Netbeheer Nederland publiceerde in februari dat er 9.400 bedrijven op de wachtlijst staan voor een – grotere – afname-netaansluiting. In veel gevallen moeten zij daar jaren op wachten. Een van de innovatieve oplossingen hiervoor is het direct aansluiten van opwektechnieken, waaronder zonneparken, op bedrijven(terreinen), buiten het reguliere elektriciteitsnet om. Het probleem is alleen: in de ene provincie mag dit wel, en in de andere niet. Daarmee is onrust en een ongelijk speelveld ontstaan, nota bene binnen Nederland zelf.’
Wat betreft zon op dak is er wel veel positiviteit…
‘En die projecten worden ondersteund door de SDE++. In de politiek wordt er soms wat gemakkelijk gepraat over dit type projecten – we moeten alle daken vol leggen en er is nog heel veel ruimte beschikbaar. Dat mag dan waar zijn, maar zo gemakkelijk is het allemaal niet, bijvoorbeeld omdat veel van de daken met een geschikte constructie al zijn gedaan, niet iedere eigenaar zonnepanelen wil en vanwege een gebrek aan transportcapaciteit op de Nederlandse netten. Dat zie je ook terug in de SDE++ 2023. Er werden weliswaar relatief veel dakprojecten toegekend, maar Nederland kent nog duizenden daken waarop nog geen pv ligt. Dit kan én moet sneller.’
De uitrol van grootschalige zonne-energieprojecten gaat vertragen?
Pijlman: ‘Het wordt er in ieder geval niet gemakkelijker op. We moeten er harder voor werken. Dat is op zich niet erg natuurlijk. De SDE++ van dit moment is ook niet ons grootste probleem. Dat is netcongestie. Hier wordt door veel partijen heel hard aan gewerkt. Dit moet gezamenlijk, het versnipperen van het beleid op provinciaal niveau werkt dan ook écht averechts. Een deel van de voorgenomen pv-installaties kan daardoor niet worden gerealiseerd.’
En dat geldt ook voor projecten die al SDE++-toekenning hadden in de ronde van 2022, opnieuw werden ingediend en nu met een hoger basisbedrag zijn beloond?
‘Dat weet ik niet. Wij hebben projecten niet opnieuw ingediend. De gevolgen van het restrictievere beleid zullen we in latere SDE++-rondes terugzien.’
Onder de streep: moet de vergoeding vanuit de SDE+ verder omhoog?
‘De Nederlandse netcongestie voor afname van stroom zit elektrificatie in de weg. Tegelijkertijd loopt de vraag naar hernieuwbare stroom achter bij de productie. Dat is enigszins paradoxaal. De elektrificatie moet versnellen, opwek en verbruik moeten slim gecombineerd worden, bedrijven willen én moeten. Dit dient echter – meer – gefaciliteerd te worden vanuit de overheid. Door de grote productie op zonnige dagen is er steeds vaker sprake van negatieve stroomprijzen. De rente is nog steeds hoog en de inflatie zorgt voor stijgende kosten. Wat nog steeds niet wordt meegenomen in de SDE++-tarieven zijn de grondvergoedingen en eisen ten aanzien van landschappelijke inpassing en lokale afdracht. Dit drukt de businesscase van projecten. Daar zou meer rekening mee moeten worden gehouden bij het vaststellen van de SDE++; uitrol van nieuwe projecten kan alleen met een reële subsidie.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.