In dat laatste geval blijft de terugverdientijd vrijwel gelijk. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van CE Delft en TNO in opdracht van NVDE, Holland Solar, Energie-Nederland en HIER. De brancheorganisaties noemen een thuisbatterij, een elektrische boiler, een warmtepomp en het laden van een elektrische auto als mogelijkheden om het eigen verbruik van opgewekte stroom te verhogen. Het doel van het onderzoek is om de juiste feiten op tafel te krijgen en zo een bijdrage te leveren aan het debat rondom de afschaffing van de salderingsregeling en de effecten daarvan. In het onderzoek zijn daarom geen beleidsaanbevelingen gedaan.
Prinsjesdag
Het kabinet is voornemens om de salderingsregeling per 1 januari 2027 te beëindigen en werkt aan een wetsvoorstel dat mogelijk al op Prinsjesdag gepresenteerd wordt. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om ervoor te zorgen dat zodra de salderingsregeling wordt afgeschaft er ook per direct wordt gestopt met het in rekening brengen van de terugleverkosten en andere heffingen voor zonnepanelen. Vrijwel alle energieleveranciers brengen inmiddels namelijk terugleverkosten in rekening bij zonnepaneeleigenaren als zij stroom aan het elektriciteitsnet terugleveren.
CE Delft en TNO hebben – om het politieke debat van de juiste cijfers te voorzien – de effecten van de verschillende varianten van afschaffing van de salderingsregeling uitgewerkt. Voor deze varianten hebben de onderzoekers de impact op de terugverdientijd, de kosten voor energieleveranciers, de terugleverkosten, de belastinginkomsten, de verdelingseffecten, de inkomenseffecten bij bezitters van zonnepanelen en de impact op het energiesysteem en de netcongestie in kaart gebracht.
5 scenario’s
De onderzoekers benadrukken dat energiebedrijven ook bij afschaffing van het salderen kosten blijven maken voor huishoudens met zonnepanelen. De vraag is of deze kosten in de toekomst alleen verrekend worden met huishoudens met zonnepanelen of met álle huishoudens. Zouden de kosten door alle huishoudens gedragen worden, dan moeten alle huishoudens zonder zonnepanelen per jaar in 2030 ongeveer 200 miljoen euro betalen aan kosten die veroorzaakt worden door zonnepaneelbezitters.
De onderzoekers hebben met dit alles in het achterhoofd de terugverdientijd van zonnepanelen voor 5 scenario’s uitgerekend. In varianten 1 en 2 is het uitgangspunt een standaardhuishouden met een stroomverbruik van 3.500 kilowattuur, 10 zonnepanelen die gekocht worden in 2027 en 30 procent eigen verbruik. In variant 3 wordt het eigen verbruik van de opgewekte zonne-energie verdubbeld naar 60 procent.
De onderzoekers hebben een rekenmodel ontwikkeld om de maatschappelijke effecten van de verschillende varianten te bepalen. In dat rekenmodel zijn de effecten bepaald voor zowel een gemiddeld Nederlands huishouden met zonnepanelen als voor alle huishoudens samen.
100 tot 485 euro
De onderzoekers hebben berekend dat in 2027 bij behoud van de salderingsregeling (red. variant 1) de nettobaten van een gemiddelde koopwoning met zonnepanelen circa 485 euro per jaar bedragen. Bij een gemiddelde huurwoning met zonnepanelen is dat circa 200 euro per jaar. Bij afschaffing van de salderingsregeling dalen de netto-opbrengsten naar circa 285 euro per jaar voor een koopwoning met zonnepanelen zonder terugleverkosten (red. variant 2a) en circa 210 euro per jaar met terugleverkosten (red. variant 2b). Voor een huurwoning met zonnepanelen zijn de nettobaten dan circa 130 euro per jaar zonder terugleverkosten en circa 100 euro per jaar met terugleverkosten.
Koopwoning
Onderstaande tabel toont de opbouw van de jaarlijkse inkomenseffecten in 2027 voor de eigenaren van een koopwoning met zonnepanelen. De zonnepanelen zijn daarbij aangekocht in 2023.
Inkomenseffecten voor eigenaar koopwoning met zonnepanelen (in euro) |
Variant 1 |
Variant 2A |
Variant 2B |
Variant 3A |
Variant 3B |
Kosten uit gederfde rente spaargeld door investering zonnepanelen |
-73 |
-73 |
-73 |
-73 |
-73 |
In rekening gebrachte terugleverkosten energieleverancier |
-222 |
0 |
-119 |
0 |
-68 |
Doorbelasting van kosten energieleveranciers aan alle huishoudens |
0 |
-40 |
0 |
-23 |
0 |
Opbrengst uit direct eigen verbruik zonnestroom |
234 |
234 |
234 |
468 |
468 |
Opbrengst uit teruglevering zonnestroom aan het elektriciteitsnet |
546 |
164 |
164 |
94 |
94 |
Totale opbrengst |
485 |
285 |
207 |
466 |
421 |
Huurwoning
De volgende tabel toont de jaarlijkse inkomenseffecten in 2027 voor een bewoner van een huurwoning met zonnepanelen die eveneens in 2023 zijn geïnstalleerd. In de huursector gaan de onderzoekers uit van minder zonnepanelen per woning, het vermogen en de investering zijn daardoor zo’n 40 procent lager. In het geval van huurders is het de verhuurder die investeert in zonnepanelen en staat voor huurders tegenover de baten van zonnestroom een verhoging van de huur, servicekosten of energieprestatievergoeding.
De onderzoekers veronderstellen daarbij dat bij afschaffing van de salderingsregeling de verhuurder de servicekosten minder zal verhogen, omdat de baten van de huurder lager zijn. Gevolg is wel dat de verhuurder zijn investering moeilijker kan terugverdienen.
Inkomenseffecten voor huurder huurwoning met zonnepanelen (in euro) |
Variant 1 |
Variant 2A |
Variant 2B |
Variant 3A |
Variant 3B |
Verhoging huur of servicekosten vanwege installatie zonnepanelen door verhuurder |
-134 |
-86 |
-67 |
-129 |
-119 |
In rekening gebrachte terugleverkosten energieleverancier |
-133 |
0 |
-71 |
0 |
-41 |
Doorbelasting van kosten energieleveranciers aan alle huishoudens
|
0 |
-24 |
0 |
-14 |
0 |
Opbrengst uit direct eigen verbruik zonnestroom
|
140 |
140 |
140 |
281 |
281 |
Opbrengst uit teruglevering zonnestroom aan het elektriciteitsnet |
328 |
98 |
98 |
56 |
56 |
Totale opbrengst |
201 |
129 |
101 |
194 |
178 |
Verschillen met andere onderzoeken
De onderzoekers van CE Delft en TNO hebben in hun studie een verklaring opgenomen waarom de door hen berekende terugverdientijd verschilt met die van andere onderzoeken. Voor de verschillen met eerder TNO-onderzoek uit 2022 is de verklaring eenvoudig: toentertijd brachten de energieleveranciers nog geen terugleverkosten in rekening en daarbovenop zijn de investeringskosten en stroomprijzen veranderd.
Het verschil met het onderzoek van Berenschot, afgelopen zomer uitgevoerd in opdracht van Vereniging Eigen Huis, kent echter een andere oorzaak. ‘De belangrijkste reden hiervoor lijkt te zijn dat in het onderzoek van Berenschot wordt gerekend met hogere leveringstarieven en een hogere energiebelasting voor toekomstige jaren’, duiden CE Delft en TNO. ‘Daarnaast wordt in het onderzoek van Berenschot geen rekening gehouden met een sterker worden van het profieleffect in toekomstige jaren. De aannames over de kosten voor de zonnepanelen, terugleverkosten, en het percentage eigen gebruik zijn vergelijkbaar.’
Het profieleffect houdt in dat elektriciteitsprijzen lager liggen op uren dat zonnestroom teruggeleverd wordt aan het elektriciteitsnet dan op uren dat er geen zonnestroom teruggeleverd wordt. Dit komt doordat er op zonnige momenten veel stroomaanbod is en er regelmatig overschotten zijn. Bij een groter profieleffect wordt het verschil tussen prijzen op zonnige uren en overige uren groter.
De (blijvende) kosten van zonnepaneelbezitters voor energieleveranciers De onderzoekers van CE Delft en TNO herhalen in hun onderzoeksrapport nogmaals dat energieleveranciers meer kosten maken voor huishoudens met zonnepanelen dan voor huis- houdens zonder zonnepanelen. Deze kosten berekenen zij door aan zonnepaneelbezitters in de vorm van terugleverkosten. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderscheidt 3 kostenposten:
De totale meerkosten voor energieleveranciers van klanten met zonnepanelen liggen momenteel volgens CE Delft en TNO rond de 11 eurocent per teruggeleverde kilowattuur (red. inclusief btw). Hiervan komt ongeveer 6 eurocent per kilowattuur door de salderingsregeling. De hogere inkoopsprijs en hogere onbalanskosten zijn geen direct gevolg van de salderingsregeling en verdwijnen niet wanneer de salderingsregeling wordt afgeschaft. Dit betekent dat de resterende 5 eurocent per kilowattuur niet gerelateerd is aan de salderingsregeling, en dat deze kosten naar verwachting blijven bestaan bij de afschaffing van de salderingsregeling. Mocht de politiek besluiten definitief een verbod op terugleverkosten in te voeren zodra het salderen wordt afgeschaft, is de verwachting dat deze kosten dan op een andere manier doorbelast worden. Dat kan bijvoorbeeld via een hoger leveringstarief voor alle huishoudens. In 2027 zou een huishouden zonder zonnepanelen met een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kilowattuur volgens CE Delft en TNO ruim 55 euro per jaar extra betalen. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.