logo
© Wocozon
© Wocozon
12 oktober 2024

Het Dilemma | Hoe kunnen sociale huurders straks nog profiteren van zonnepanelen?

Het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 vermeldt dat zonnepanelen in de huursector bij voorkeur niet via subsidie gestimuleerd moeten worden. Hoe dan wel? Solar Magazine vroeg het Roland van der Klauw van Wocozon.

Het vorige Nederlandse kabinet reserveerde 100 miljoen euro voor het subsidiëren van zonnepanelen in de sociale huursector. Was jij daar blij mee?
‘Die 100 miljoen euro zouden er ook nog wel eens 300 miljoen euro kunnen worden, zo werd toen aangegeven. Dan nog heb je het echter over een klein bedrag per woningcoöperatie per huishouden, temeer omdat dat bedrag werd uitgesmeerd over 5 jaar. Maar los daarvan: als salderen wordt hervormd of afgeschaft, is een vorm van stimulering door de overheid noodzaak voor onze sector, anders wordt er geen zonnepaneel meer geplaatst. Dat moet dan natuurlijk wel doeltreffend en dus eenvoudig gebeuren.’

De subsidieroute is te complex?
‘Het wetsvoorstel afbouw van de salderingsregeling werd februari 2024 afgeschoten door de Eerste Kamer. Het nieuwe kabinet wil daar nu de stekker in één keer uittrekken vanaf 1 januari 2027. In het definitieve Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 schrijft minister Hermans nu onder andere dat er nog geen geld uit het Klimaatfonds toegekend wordt voor aanvullende inzet voor zonnepanelen op huurwoningen, omdat er tegen de afbouw van het salderen werd gestemd en omdat het PBL en TNO vraagtekens zetten bij de wenselijkheid van de maatregel. Ik ben het daarmee eens, subsidiëren van zonnepanelen in onze sector is niet de weg die we moeten bewandelen, ook niet als de nieuwe regering haar zin krijgt en salderen onverhoopt in zijn geheel zou worden afgeschaft in 2027.’

Waarom niet?
‘Subsidiëring heeft een prijsopdrijvend en marktverstorend effect, dat zien we nu bij warmtepompen gebeuren. Gebeurt dat bij zonnepaneelinstallaties dan zijn die dus slechts beperkt goedkoper voor de woningcorporaties. Een investeringssubsidie helpt bovendien de 480.000 huishoudens met een sociale huurwoning waar reeds zonnepanelen op liggen niet. Die wordt immers echt niet met terugwerkende kracht ingevoerd en heeft dus geen effect op al gedane investeringen door de corporaties. Die worden afgeschreven over ten minste 20 jaar.’

De servicekosten voor een pv-systeem worden niet lager voor die huurders….
Exact. Bovendien, stel dat er een investeringssubsidie wordt aangekondigd door het kabinet, bijvoorbeeld met ingang van 1 januari 2027. Dan zullen alle plannen en woningcorporatieprojecten voor zonnepanelen per direct stilvallen, waarmee de hele sector en onze energietransitie weer een gevoelige klap zou krijgen. Waar de uitrol van zonnepanelen in Nederland momenteel zeer moeizaam verloopt, draait die in ons segment immers nog redelijk door.’

Als alternatief voor subsidiëring wordt in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 nu gesproken over ‘een indirecte normering zoals maximale huur afhankelijk van zonnepanelen’, wat een aanpassing van huurregelgeving vereist.
Een indirecte normering van maximale huur bij zonnepanelen is geen reëel voorstel. De kosten van zonnepanelen, met uitzondering bij nieuwbouw en indaksystemen, worden altijd in de servicekosten verrekend. Het kan weliswaar theoretisch via de huur door woningpunten toe te rekenen aan zonnepanelen op het dak. In de praktijk vraagt een corporatie echter nooit de maximale toelaatbare huur maar slechts een percentage daarvan. Daarnaast: corporaties moeten ook zonnepanelen zien als een specifieke investering in een woning en daarvoor een kostendekkende vergoeding vragen aan de huurder. Dat is wettelijk vastgelegd, omdat anders de kosten over alle huurders moeten worden omgeslagen. De huurwet gaat daar echt niet op worden aangepast.’

De hervorming van de saldering is nodig….
‘Maar niet op de voorgestelde brute wijze. Die heeft allereerst een zeer negatief effect op de populariteit van zonnepanelen en het draagvlak voor de energietransitie bij de burger. En meer specifiek: het is funest voor energielastenbesparing middels het opwekken van zonnestroom door sociale huurders. Met het huidige beleidsvoornemen wordt geen alternatief geboden aan mensen zonder een handelingsperspectief, ook die mensen met een kleine beurs die niet in een corporatiewoning wonen. Zij kunnen zich echt geen thuisbatterij of elektrische auto veroorloven bijvoorbeeld. Met het aanschaffen van enkele zonnepanelen zijn zij bovendien niet de grote boosdoeners die congestie en onbalans veroorzaken.’

Waar ligt de oplossing voor woningcorporaties en hun huurders dan wel?
‘Er moet worden geluisterd naar experts in de sector die precies weten wat wel en wat niet werkt, zoals de Woonbond die een maximum voorstelt wat betreft het salderen voor iedereen, net zoals 20 jaar geleden het geval was. Wil je mensen met een kleine beurs – eigenaren van woningen en huurders – mensen met een beperkt handelingsperspectief, dan kun je bijvoorbeeld een maatschappelijk salderingsplafond van tussen 1.500 en 2.000 kilowattuur per jaar instellen. Eventueel met een afbouw daarin richting 2040, want daar houdt de politiek van. Dat kan ook supersimpel door artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998, update juli 2004, weer uit de kast te trekken. Voor huishoudens met een hoger stroomverbruik en hoge opwekking, in de regel de mensen met een dikkere portemonnee, is er dan nog steeds voldoende incentive op meer zelfverbruik te realiseren. Die verandering in meer direct gebruik van zonne-energie moet wel tot stand gaan komen, maar niet ten koste van de kleine man met die 6 zonnepaneeltjes en niet in een big bang.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten