Onder meer energiebedrijf Vattenfall presenteerde de zonnestroomboiler als oplossing om het zelfverbruik van zonnepaneeleigenaren te verhogen. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis had minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gevraagd naar het potentieel.
Langer bestaande techniek
‘Een zonnestroomboiler is technisch gezien een boiler op elektriciteit’, schrijft Keijzer aan de Tweede Kamer. Dit is in de basis een al langer bestaande techniek aangevuld met een aansturing die regelt dat de boiler alleen wordt gebruikt met zonnestroom van eigen opwek. Voor bepaalde situaties kan dit een goede oplossing zijn; namelijk specifiek voor woningen die zonnepanelen hebben en waarbij een eigenaar het eigen gebruik van de zonnestroom wil verhogen. Voor het verhogen van het eigen gebruik van de zonnestroom zijn echter ook andere oplossingen. Wij zien daarbij een grotere rol voor andere technieken voor de bereiding van warm tapwater zoals door een warmtepomp of een warmtepompboiler. Door deze technieken kan immers ook gebruik worden gemaakt van de eigen zonnestroom.’
Keijzer benadrukt dat warmtepompen en warmtepompboilers efficiënter zijn dan een zonnestroomboiler, omdat ze minder energie gebruiken. ‘Daarnaast zal er naast de zonnestroomboiler altijd nog een tweede opwekker geplaatst moeten worden voor wanneer er onvoldoende stroom van de zonnepanelen beschikbaar is. Voor nieuwbouw betekent dit dat er ook nog een warmtepomp of warmtenetaansluiting aangelegd moet worden. Tot slot is een nadeel dat indien bij onvoldoende zonnestroom alsnog gebruikgemaakt wordt van elektriciteit van het net om de boiler te verwarmen, dit de netcongestieproblematiek kan verergeren.’
Vol stroomnet
De minister benadrukt bovendien niet te verwachten dat de zonnestroomboiler een oplossing biedt voor het volle stroomnet. ‘Het stimuleren van eigen gebruik van zelf opgewekte energie kan helpen bij het verminderen van de congestie op het elektriciteitsnet. Op het laagspanningsnet zit de problematiek echter meer op de afname van elektriciteit van het net – door bijvoorbeeld elektrische auto’s, een elektrische boiler of een warmtepomp – dit wordt niet direct opgelost door een zonnestroomboiler.’
Daarbovenop is het volgens Keijzer ook van belang dat de zonnestroomboiler alleen de zelf opgewekte zonnestroom gebruikt en geen stroom van het elektriciteitsnet. ‘Als dit wel gebeurt, wat veelal het geval is met name in de winter, dan maakt de boiler – door zijn lage efficiëntie – het probleem alleen maar groter.’
Uitkomst
Wel erkent de minister dat een zonnestroomboiler voor een deel van de mensen met zonnepanelen een uitkomst kan zijn om het eigen gebruik van zonnestroom te verhogen nadat de salderingsregeling per 1 januari 2027 beëindigd wordt. ‘Bij veel woningen ligt echter een efficiënter apparaat zoals bijvoorbeeld een warmtepomp meer voor de hand als eindbeeld en wanneer er een volledig elektrische warmtepomp met een buffervat geïnstalleerd wordt, kan deze ook worden gebruikt om het eigen gebruik te verhogen door warm water te produceren wanneer er een overschot aan zonnestroom is.’
Het subsidiëren van een zonnestroomboiler ligt volgens Keijzer onderaan de streep niet voor de hand. ‘Fiscaal voordeel voor mensen met zonnepanelen is er immers al via het benutten van de eigen zonnestroom en dit voordeel zal verder toenemen als de salderingsregeling beëindigd is. Het is dan immers nog aantrekkelijker om de zonnestroom zelf te gebruiken.’