Die oproep doet het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) dat aanwezig was op de conferentie Offshore Power for E-Fuels: Boosting the New Hydrogen Economy.
Infrastructuur en financiering
Tijdens de conferentie in Estland werd benadrukt dat koolstofarme waterstof een belangrijk onderdeel is van de energietransitie en deze kan verwezenlijken, maar dat er infrastructuur en financiering nodig is om het potentieel ervan te ontwikkelen. Duurzame waterstof is namelijk vooral belangrijk voor het CO2-vrij maken van de transportsector en andere moeilijk te reduceren industrieën.
In tegenstelling tot de traditionele fossiele brandstoffen benzine en diesel, worden synthetische e-brandstoffen gemaakt uit hernieuwbare energiebronnen. Ze worden geproduceerd door afgevangen kooldioxide of koolmonoxide te combineren met waterstof verkregen uit watersplitsing met behulp van stroom van onder meer windmolens en zonnepanelen.
Oproep
Het EESC stelt dat de EU en nationale beleidsmakers een sleutelrol spelen bij het verschaffen van de nodige middelen om deze ambities in de praktijk te brengen en dat zij de samenwerking tussen de lidstaten kunnen vergemakkelijken.
De snelle invoering van hernieuwbare waterstof is volgens het comité van cruciaal belang; niet alleen voor de transformatie van ons energiesysteem, maar ook voor het sociale en economische welzijn van de EU. ‘Het is echter essentieel dat we onze middelen verstandig inzetten. Om onze impact te maximaliseren, moeten we prioriteit geven aan moeilijk te bereiken sectoren en effectieve ecologische en sociale normen opstellen die eerlijke en veilige werkomstandigheden garanderen’, aldus Baiba Miltoviča, voorzitter van de EESC-afdeling Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij.
Waterstofeconomie
‘Het bevorderen van de waterstofeconomie vereist een uitgebreide dialoog, betrokkenheid, partnerschappen en de integratie van uiteenlopende expertise en doelen’, aldus Sander van der Sluis, ambassadeur van Nederland in Estland. ‘Net als in de diplomatie moeten we mensen en landen samenbrengen om een gemeenschappelijke basis te vinden, en op dezelfde manier vereist vooruitgang dat alle belanghebbenden synchroon vooruitgaan. Dit houdt niet alleen in dat industrie en overheid op 1 lijn moeten worden gebracht, maar ook dat het vertrouwen van het publiek moet worden gewonnen en dat het moet worden aangemoedigd om deze transitie te steunen.’