logo
© Zon & Co
© Zon & Co
9 januari 2025

Postcoderoossubsidie voor zonnepanelen tot bijna 25 procent omhoog

Minister Hermans heeft besloten om binnen de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) de basisbedragen voor postcoderoosprojecten met zonnepanelen tot bijna 25 procent te verhogen.

In 2025 wordt het basisbedrag in iedere subsidiecategorie verhoogd, waarbij de verhoging in de subsidiecategorie van zonnedaken van 15 tot 100 kilowattpiek het grootst is; te weten met 24 procent.

Advies
De minister volgt daarmee het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat volgens Hermans de sector zeer nauw betrokken heeft om ‘een zo volledig en actueel mogelijk beeld te verkrijgen van de omstandigheden en kosten waar energiecoöperaties mee te maken hebben’.

Categorieën (eurocent per kilowattuur)

Basisbedrag 2024

Basisbedrag 2025

Vollasturen

Zon op dak ≥ 15 kilowattpiek en ≤100 kilowattpiek (kleinverbruikersaansluiting, 70 procent teruglevering)

12,4

12,7

900

Zon op dak ≥ 15 kilowattpiek en ≤100 kilowattpiek (grootverbruikersaansluiting, 50 procent teruglevering)

10,9

13,5

730

Zon op dak ≥ 500 kilowattpiek en ≤6 megawattpiek (grootverbruikersaansluiting, 50 procent teruglevering)

8,1

9,7

730

Zon op veld ≥ 500 kilowattpiek en ≤6 megawattpiek (grootverbruikersaansluiting, 50 procent teruglevering)

7,0

8,0

740

Zon op veld natuurinclusief ≥ 500 kilowattpiek en ≤6 megawattpiek (grootverbruikersaansluiting, 50 procent teruglevering)

-

8,7

740

Zon op water ≥ 500 kilowattpiek en ≤6 megawattpiek (grootverbruikersaansluiting, 50 procent teruglevering)

8,3

9,3

740

Open in februari
Minister Hermans wil de subsidieregeling dit jaar in februari openstellen en laten lopen tot 1 oktober 2025. Het openstellingsbudget is net als vorig jaar 100 miljoen euro.

‘Ondanks de forse onderuitputting in 2024 is dit voor het jaar 2025 een passend budget’, duidt Hermans. ‘Zo sluiten de basisbedragen voor 2025 naar verwachting beter aan bij de omstandigheden waar projecten mee te maken hebben. In de basisbedragen wordt nu onder meer rekening gehouden met de impact van negatieve prijzen op projecten. Daarom wordt rekening gehouden met een inhaaleffect van projecten waarvoor het basisbedrag in 2024 ontoereikend was. Ook worden meer aanvragen verwacht naar aanleiding van een aantal wijzigingen in de SCE, waaronder het mogelijk maken van project-bv’s en het verlengen van banking na de looptijd van het project.’

Natuurinclusief
Nieuw in de SCE zijn subsidiecategorieën voor natuurinclusieve projecten. Om voor deze categorie in aanmerking te komen, moet een project aan verschillende eisen voldoen om meer rekening te houden met de natuur, door ruimte te laten tussen de tafels met zonnepanelen, de kwaliteit van de natuur te monitoren en verslechtering van de natuurkwaliteit te voorkomen.

Om voor deze categorie met hoger basisbedrag in aanmerking te komen, dienen deze eisen in de omgevingsvergunning van een project te zijn opgenomen. Daarmee volgt de SCE het voorbeeld van de subsidieregeling SDE++ waar sinds vorig jaar 2024 al categorieën voor natuurinclusieve zonneparken zijn opgenomen. Voor zon-pv drijvend op water, waarover het PBL ook heeft geadviseerd, wordt nu nog geen natuurinclusieve categorie opgenomen. Voor deze categorie is er volgens de minister nog geen duidelijkheid over de eisen waar vergunningen aan moeten voldoen.

Meer wijzigingen
Minister Hermans heeft overigens nog meer wijzigingen in petto. Zo zal – om de financierbaarheid van projecten te vergroten – vanaf dit jaar worden toegestaan dat coöperaties hun subsidie gezamenlijk met een project-pv aanvragen. Verder wordt verduidelijkt dat een aanvraag wordt afgewezen, wanneer door één of meer aanvragers binnen dezelfde openstellingsronde voor één locatie of voor aangrenzende of nabijgelegen locaties meer dan één aanvraag wordt ingediend. Het zogenoemde opknippen van zonnestroominstallaties binnen de SCE is daarmee niet toegestaan.

Tot slot wordt de maximale termijn waarvoor ontheffing kan worden verleend, verlengd van 1 naar 2 jaar. ‘Hiermee biedt het kabinet meer ruimte aan coöperaties en VvE’s die de realisatietermijn voor projecten niet halen, bijvoorbeeld als gevolg van congestie op het elektriciteitsnet’, aldus Hermans. ‘De kans dat projecten worden gerealiseerd neemt als gevolg van deze verlenging toe.’

Negatieve stroomprijzen
Verder treft minister Hermans een maatregel om de pijn van het aantal uren met negatieve stroomprijzen te verlagen. Voor postcoderoosinstallaties met een grootverbruikersaansluiting die sinds vorig jaar een beschikking hebben ontvangen, geldt dat géén subsidie wordt verstrekt tijdens uren met negatieve prijzen.

‘Door de toename van het aantal uren met negatieve prijzen kunnen deze installaties een steeds kleiner deel van hun jaarlijkse vollasturen rendabel draaien, wat de businesscase van deze projecten aantast’, constateert Hermans. In het kader van de negatieve stroomprijzen heeft het planbureau een lager aantal vollasturen geadviseerd voor zon-pv- en windinstallaties, op basis van het huidige aantal uren met negatieve prijzen. ‘Op dit moment is het mogelijk om niet-gedraaide productie-uren in te halen gedurende de beschikkingsperiode, of in het jaar na de beschikkingsperiode (red. het 16e jaar). Bij een groter aantal uren met negatieve prijzen dan nu door het PBL aangenomen, zijn deze mogelijkheden naar verwachting niet langer voldoende voor een sluitende businesscase. Daarom wordt de mogelijkheid voor banking na de subsidieperiode met 1 jaar uitgebreid, zodat het ook in het 17e jaar mogelijk is om gemiste productie-uren in te halen.’

Evaluatie
Aanvankelijk zou na de openstellingsronde van 2024 een evaluatie van de SCE-regeling worden uitgevoerd, maar omdat er zo weinig aanvragen zijn ingediend voor de vernieuwde subsidiecategorieën kunnen hier volgens Hermans naar verwachting nauwelijks conclusies over getrokken worden.

Daarom zal de evaluatie pas na de openstellingsronde van 2025 plaatsvinden, omdat er dan waarschijnlijk wel voldoende gegevens beschikbaar zijn om de SCE goed te kunnen evalueren. Het streven is om de evaluatie in het eerste kwartaal van 2026 af te ronden. Tot slot wordt vanaf 2027 naar alle waarschijnlijkheid ook voor de SCE-regeling het principe van contracts for difference gehanteerd, omdat Europese regelgeving dit voorschrijft.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten