Minister wijst naar VREG voor besluit over dynamisch capaciteitstarief

Filip Brusselmans (Vlaams Belang) heeft minister Depraetere tijdens een commissievergadering gevraagd naar de vorderingen van het voorstel van netbeheerder Fluvius om in Vlaanderen over te stappen naar een dynamisch capaciteitstarief. Brusselmans vroeg zich af waarom de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) dat voorstel nog altijd geen groen licht heeft gegeven.

Vervolgonderzoek
Depraetere legde uit dat Fluvius zelf voorgesteld heeft om een vervolgonderzoek af te wachten, omdat de exacte impact van de invoering van een dynamisch capaciteitstarief nog niet goed in beeld is vanwege enkele ‘disruptieve’ trends. ‘Dat gaat dan bijvoorbeeld over de energiecrisis, maar ook over een recordtoename van zonnepanelen’, aldus de minister.

Daarom heeft de netbeheerder een vervolgtraject voorgesteld om met meer en representatievere data aan de slag te kunnen gaan. ‘De vraag waarom de VREG het voorstel van Fluvius voorlopig geen groen licht heeft gegeven, kan het beste rechtstreeks aan de Vlaamse nutsregulator gevraagd worden. De regulator is exclusief bevoegd voor de tarieven en is dus het best geplaatst om zich uit te spreken over de verwachte timing en over welke voorwaarden eerst moeten worden vervuld. Zolang de definitieve modaliteiten van het Time of Use-tarief niet gekend zijn, is het voorbarig om te spreken over een platte prijsverhoging voor gezinnen en alleenstaanden die hun verbruik niet flexibel kunnen plannen. Het is ook voorbarig om over flankerend beleid te spreken. Dat hangt daar allemaal van af.’

Wallonië
Wel zei de minister Brusselmans toe om contact te zoeken met de minister van Energie in Wallonië om te bekijken of het aanmoedigingstarief dat in het Belgische gewest per 1 januari 2026 van kracht wordt ook iets voor Vlaanderen is. Met dat aanmoedigingstarief wil de Waalse regulator CWaPE consumenten stimuleren hun elektriciteitsverbruik beter te spreiden.

‘Maar het is ook wel zo dat we daarover vandaag nog geen fors standpunt innemen, omdat er gewoon nog te weinig data zijn’, besluit Depraetere. ‘We moeten ons goed informeren, eventueel op basis van wat ze in Wallonië doen. We moeten voor voldoende data zorgen. Dan kunnen we een duidelijk standpunt innemen. Dat zijn de stappen die we zullen zetten.’