Wat doet Eaton Industries?
‘We noemen onszelf een powermanagementbedrijf. Je vindt onze producten in vrijwel elke elektrotechnische installatie; zoals groepenkasten, noodverlichting, transformatoren en middenspanningssystemen. Ik ben als productmanager verantwoordelijk voor laadstations voor elektrische voertuigen (ev’s), batterijen en energiemanagementsystemen.’
Wat doen jullie op het vlak van energieopslag?
‘We ontwikkelden een eigen thuisbatterij, deden diverse pilots en komen daar binnenkort mee op de markt. Grotere opslagsystemen, bijvoorbeeld voor bedrijven, leveren we inmiddels al 7 jaar. Er zijn vele spelers die zich hierop richten en dat worden er steeds meer, van gerenommeerde grote namen tot en met vage nieuwkomers van wie het maar gissen is wie ze zijn en wat ze exact leveren. Dit marktsegment wordt gedomineerd door Chinese bedrijven. De concurrentiestrijd wordt op prijs uitgevochten, meer dan op kwaliteit, wat uitdagingen voor ons met zich meebrengt.’
Hoe snel gaat het met energieopslagsystemen in Nederland?
‘Ze zijn sinds een jaar sterk in opkomst. Ze bieden bijvoorbeeld een oplossing voor bedrijven die kampen met aansluitingsproblematiek en een mooi extra verdienmodel middels energiehandel. Er is ook steeds meer flexibiliteit nodig in ons energiesysteem om leverzekerheid te kunnen blijven garanderen en de energietransitie gaande te houden. Maar de implementatie van deze systemen stuit op complexe uitdagingen.’
Waar doel je op?
‘Door forse en toenemende netcongestie in Nederland worden aansluitingen niet altijd noch snel vergund. Dat is een belangrijke beperking. Brandveiligheid is tevens een significant issue. Ik doel dan niet zozeer op de veiligheid van de producten zelf en het nemen van maatregelen om het risico op brand en de eventuele gevolgen te minimaliseren, maar op onduidelijkheid aangaande regelgeving. Dat levert nogal eens veel problemen op bij projecten, van vertraging tot afblazen.’
We hebben inmiddels de PGS37-1, een richtlijn voor het veilig opslaan van stroom in lithiumhoudende batterijen van meer dan 20 kilowattuur aan capaciteit….
‘Dat is een mooie richtlijn. Hij is ook zorgvuldig tot stand gekomen. Er is weinig mis mee. De PGS37-1 krijgt ook een wettelijke status middels opname in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Dat was oorspronkelijk gepland voor halverwege dit jaar, maar dat is uitgesteld, het wordt waarschijnlijk halverwege volgend jaar. Desalniettemin wordt deze richtlijn al volop gehanteerd.’
Dat is toch goed nieuws?
‘Het probleem is dat betrokken partijen – bijvoorbeeld verzekeraars, overheden, installatiebedrijven, gebruikers en adviseurs – de eisen in de PGS37-1 nogal eens op verschillende manieren interpreteren. Dat komt onder meer door een gebrek aan eenduidigheid. Die richtlijn biedt dus een mooie basis voor het realiseren van brandveilige projecten, maar is niet voldoende. Bovendien worden er niet zelden extra eisen aan batterijprojecten gesteld door verzekeraars en gemeenten, wat de zaak nog ingewikkelder maakt.’
Kun je daar voorbeelden van geven?
‘In de PGS37-1 staat dat systemen onderling 1 meter van elkaar af gezet moeten worden. Maar als een verzekeraar dan bijvoorbeeld 5 meter afstand tussen de units vereist, dan matcht dat niet met de bewoording in de richtlijn – daar wordt gesproken over systemen in plaats van units. Door dit soort verschillend woordgebruik ontstaat verwarring. Los van die eisen, als je een willekeurig bedrijventerrein bekijkt, moet je al snel constateren dat een energieopslagsysteem op maar weinig plekken op 10 meter afstand van een bedrijfspand kan worden geplaatst vanwege een gebrek aan ruimte. Terwijl verzekeraars dit vaak wel als gouden regel hanteren. Wat moet je dan?’
Iedereen wil brandveiligheid…
‘Verzekeraars willen vooral naleving van veiligheidsnormen om financiële risico’s als gevolg van mogelijke schade te minimaliseren. Gemeenten en omgevingsdiensten richten zich vooral op de impact op de gebouwde omgeving en overlast. De brandweer wil goed op eventuele calamiteiten kunnen reageren. Alle betrokkenen hebben dus hun eigen invalshoek bij dit vraagstuk.’
Dat zie jij ook in de praktijk?
‘Een project waar we momenteel mee bezig zijn, is de realisatie van een batterij in de bebouwde omgeving, vlak bij een kinderopvang. De gemeente en omgevingsdienst zijn terecht scherp op de veiligheid van deze toepassing, maar zijn geen expert op dit gebied. Die expertise wordt elders ingekocht en je merkt dat vrijwel iedere brandveiligheidsexpert op een andere manier naar veiligheid kijkt. Daardoor komen soms heel onverwachte bezwaren naar voren. Die moeten dan weer besproken worden.’
Wat onder meer vertraagt…
‘Exact. Een ander project betreft een inpandige batterij voor een gebouw. Hier huurde de vergunningverlener ook externe expertise in, tevens met een eigen mening. Samen met de adviseur hebben wij aandachtig aan een inpandige oplossing gewerkt, het kwam echter uiteindelijk zover dat het energieopslagsysteem op het dak geplaatst moest worden. De gevolgen zijn forse extra kosten en veel vertraging, terwijl alle betrokken partijen volledig overtuigd waren van de veiligheid van de voorgestelde oplossing.’
Wat is de oplossing?
‘Mijn voorstel is een systeem in het leven roepen waarbij batterijsystemen worden geclassificeerd op hun brandveiligheid. Die kunnen daarbij worden gescoord op uiteenlopende facetten, onder andere de brandwerendheid van compartimenten, of en wat voor een blussysteem ze hebben, een geautomatiseerd brandpreventiesysteem, of ze in de praktijk zijn gevalideerd op hun brandveiligheid en of er aan vluchtroutes is gedacht. Het puntentotaal bepaalt in welke klasse ze vallen, bijvoorbeeld A tot en met E. Aan die classificering zijn hun mogelijke toepassingen verbonden, bijvoorbeeld in- of outdoor en wat betreft de benodigde afstanden tot gebouwen. Daarmee wordt de PGS37-1 niet herschreven. Het is feitelijk een praktische uitwerking van deze richtlijn waar iedereen zich aan kan vasthouden, eenvoudig en eenduidig.’
Daar wordt aan gewerkt?
‘Die is er niet, hij is ook niet in de maak, maar ik bedacht zo’n scoringssysteem – de Thermal Runaway Safety Index. Ik koos die naam omdat iedereen wel weet wat dat is en welke nare gevolgen die dit soort uit de hand lopende verhitting van een batterij kan hebben. Hiermee kan Eaton de voordelen van zo’n classificatie laten zien, ik breng die bijvoorbeeld in beeld tijdens presentaties over batterijen en brandveiligheid. Denk bij die toegevoegde waarde ook aan brandweerlieden. Ook zij moeten weten met wat voor soort energieopslagsysteem ze te maken hebben – wij nemen dat altijd mee in projecten. Batterijen vliegen echt niet snel in brand. Maar doen ze dat wel, dan moet de brandweer een aanvalsplan hebben om die te bestrijden. Er zijn al slachtoffers gevallen waar dat niet het geval was. Ook daarom is zo’n classificatiesysteem van groot belang. Ik zou er in ieder geval beter van slapen.’
De maart 2025-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de vakbeurs Solar Solutions Amsterdam, zonnecarports, het productteam circulaire zonnepanelen en de zakelijke zonnedakenmarkt.