logo
© Holland Solar
© Holland Solar
1 juli 2025

Verslechterde businesscase wind- en zonneparken brengt klimaatdoelen in gevaar

De businesscase voor zonnepanelen en windmolens op land en bijbehorende batterijen staat zwaar onder druk door toenemende negatieve elektriciteitsprijzen, hogere rentekosten en stijgende inflatie.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek van KPMG in opdracht van branchevereniging Holland Solar dat vandaag aan GroenLinks-PvdA-Kamerlid Suzanne Kröger is overhandigd. Het adviesbureau heeft de businesscase van zakelijke zonnedaken, zonneparken en windparken – al dan niet gecombineerd met een batterij – in de afgelopen maanden uitvoerig onderzocht.

Negatieve prijzen
De verslechterde businesscase is voor een belangrijk deel te wijten aan het aantal uren met negatieve elektriciteitsprijzen. Dat is in Nederland explosief gestegen, van 70 uur in 2021 naar 458 uur in 2024 en stevent in 2025 op een nieuw record af. Dit zorgt voor lagere inkomsten voor exploitanten van wind- en zonneparken. De toepassing van ‘curtailment’ – het noodgedwongen uitschakelen van installaties bij negatieve prijzen – is volgens de onderzoekers voor zonneparken gestegen van 1,4 procent in 2022 naar 13,2 procent in 2024, en wordt verwacht verder te stijgen tot 11 tot 18 procent in 2025.

‘De toegenomen productiecapaciteit van hernieuwbare energie heeft geleid tot overproductie tijdens uren met veel zon en/of wind,’ schrijven de KPMG-onderzoekers in het rapport. Deze overproductie zorgt voor neerwaartse prijsdruk, wat de inkomsten voor projectontwikkelaars vermindert en het risico voor financiers verhoogt.

Economische factoren
Naast negatieve prijzen spelen volgens het onderzoeksrapport ook macro-economische factoren een rol. De inflatie is de afgelopen 5 jaar gemiddeld met 4,8 procent per jaar gestegen, terwijl in businesscases doorgaans met 2 procent werd gerekend. Deze hogere inflatie leidt tot hogere operationele kosten die slechts beperkt kunnen worden doorberekend aan de stroomafnemers.

Bovendien heeft de Europese Centrale Bank (ECB) tussen medio 2022 en eind 2023 haar rente verhoogd van 0,0 procent naar 4,5 procent. Dit heeft geleid tot hogere financieringskosten voor wind- en zonne-energieprojecten, die vaak grotendeels met vreemd vermogen worden gefinancierd.

Suzanne Kröger: ‘Enige weg vooruit schone energie van eigen bodem’

“Lokaal energie opwekken met windmolens en zonnepanelen en dan opslaan en gebruiken: dat is het decentrale energiesysteem’, reageert Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) bij de overhandiging van het KPMG-rapport. ‘Het is de aanpak die we heel hard nodig hebben. Vanwege de klimaatcrisis maar ook de grote geopolitieke onzekerheden. De enige weg vooruit is schone energie van eigen bodem. Zoveel kansen blijven nu liggen. Stilstand. Tijd voor een stevige, groene koers.’

Batterijen
Een mogelijke oplossing voor de negatieve prijzen is de plaatsin van batterijen bij wind- en zonneparken, ook wel ‘co-located battery energy storage system (bess)’ genoemd. Deze batterijen kunnen elektriciteit opslaan tijdens periodes met lage prijzen en verkopen tijdens periodes met hoge prijzen.

‘Batterijen bij zonneparken kunnen hernieuwbare elektriciteit achter de meter opslaan en daarmee de levering van elektriciteit spreiden en een oplossing bieden voor plaatselijke netcongestie,’ aldus het KPMG-rapport. De ontwikkeling van batterijen bij wind- en zonneparken blijft volgens de onderzoekers echter achter, onder meer door hoge transportkosten en onzekerheid over vergunningen.

Dalende waarderingen
Het gevolg van de verslechterde businesscase is zichtbaar in dalende waarderingen van hernieuwbare-energieprojecten. KPMG constateert dat de marktwaarde van het eigen vermogen van een Nederlands zonnepark (red. om welk zonnepark het exact gaat wordt doelbewust niet vermeld) dat voor het rapport is onderzocht, is gedaald van 235.100 euro per megawatt naar 23.300 euro per megawatt.

‘De verslechterde businesscase heeft geleid tot lagere waarderingen van operationele projecten en een verslechterde financierbaarheid van nieuwe projecten,’ stelt KPMG. Dit terwijl Nederland juist een versnelling nodig heeft in de uitbreiding van hernieuwbare energieproductie om de klimaatdoelstellingen te halen zoals die onder meer zijn vastgelegd in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE).

Oplossingsrichtingen
‘Met de huidige ontwikkelingssnelheid van elektriciteitsproductie wordt de NPE-doelstelling van 2050 niet behaald’, schrijven de onderzoekers. ‘om de doelstellingen uit het NPE te behalen moet er gekeken worden naar opties om de huidige marktsituatie te verbeteren.’

KPMG benoemt zowel korte- als langetermijnoplossingen. Op korte termijn kan gedacht worden aan tweezijdige contract for differences (cfd’s) die zekerheid kunnen bieden aan investeerders en financiers. Daarnaast zou een wettelijk elektrificatiedoel de vraag naar hernieuwbare energie stimuleren. Een groene rentekorting kan bovendien de financiering van projecten goedkoper maken. Hetzelfde geldt voor een versnelling van vergunningsprocedures en een versnelde uitbreiding van het stroomnet.

Voor de lange termijn is het stimuleren van elektriciteitsgebruik door de industrie, het stimuleren van de uitrol van batterijen – eventueel met behulp van subsidies – en het verhogen van het eigen verbruik essentieel.

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten