Rechter handhaaft vergunning voor zonnepark Zoetermeer

Zij hadden zorgen over onder andere ecologie, geluidshinder en lichtreflectie van de zonneweide.

Juridische basis
De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer de vergunning terecht heeft verleend. Het zonnepark is gepland in een gebied dat is aangewezen als ‘Recreatiegebied’ en ‘Groene buffer’. Volgens de Omgevingsverordening Zuid-Holland kwalificeerde het college het project als een ‘aanpassing’ van het gebied en niet als een ‘transformatie’, wat betekent dat het de bestaande gebiedsidentiteit niet fundamenteel verandert.

De rechtbank bevestigde deze interpretatie: ‘Er ontstaat immers niet een nieuw landschap of stedelijk gebied, zoals bij een nieuwe woonwijk of een bedrijventerrein.’

Ecologische maatregelen
Een belangrijk punt in de uitspraak betreft de ecologische inpassing van het zonnepark. De vergunninghouder moet voor aanvang van de bouwwerkzaamheden een definitief beheerplan indienen. Dit plan moet maatregelen bevatten die voorkomen dat de ecologische waarden verslechteren tijdens de exploitatie van het zonnepark.

De rechtbank oordeelde dat met de vergunningsvoorschriften voldoende is geborgd dat bodem- en waterkwaliteit en ecologische waarden niet verslechteren. Elke 5 jaar moet de biodiversiteit worden getoetst via soortenonderzoek. Als uit monitoring blijkt dat maatregelen onvoldoende effectief zijn, moeten aanvullende maatregelen genomen worden.

Zorgvuldige inpassing
Het zonnepark krijgt een zonnepaneelopstelling van 1,5 meter hoog met daaromheen struweelbeplanting tot 4 meter. De projectontwikkelaar verbetert de groenblauwe infrastructuur door het aanleggen van een brede groene zone langs de watergang aan de zuidzijde van het park. Ook komen er doorgangen in de afrastering, zodat dieren het gebied in en uit kunnen.

De bezwaren over warmteontwikkeling, lichtreflectie en elektromagnetische straling werden door de rechtbank verworpen. Voor elektromagnetische straling geldt dat de dichtstbijzijnde woning zich op meer dan 50 meter van de omvormers en transformatoren bevindt, ruim buiten de veiligheidsafstand van 7 meter die door het RIVM wordt geadviseerd.

Nationaal beleid
Een interessant aspect in deze zaak betreft de ‘aangescherpte voorkeursvolgorde zon’ die door het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt uitgedragen. Hierin staat dat gebruik van landbouw- en natuurgronden voor zonnepanelen in principe ongewenst is.

De rechtbank oordeelde echter dat dit voorgenomen beleid niet van toepassing was op dit zonnepark, omdat de aangescherpte voorkeursvolgorde nog niet verankerd was in de omgevingsverordening ten tijde van het besluit. Bovendien rustte op de gronden grotendeels de bestemming ‘Sport-Golf’, waardoor er planologisch gezien geen sprake was van landbouw- of natuurgronden.

Het zonnepark past binnen het zoekgebied voor zonne-energie uit de Regionale Energiestrategie (RES) Rotterdam Den Haag. De gemeente Zoetermeer had de locatie aangeduid als geschikt voor een zonnepark na een uitgebreide verkenning waarbij ook de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp en de provincie Zuid-Holland betrokken waren.