Vlaanderen bereikt mijlpaal van 25.000 niet-residentiële energieprestatiecertificaten

Dit aantal zal de komende maanden nog verder toenemen, aangezien vanaf 1 januari 2026 elk groot niet-residentieel gebouw over zo’n certificaat moet beschikken, ongeacht verkoop of verhuur.

Sectorale verdeling
Van de 25.000 ingediende energieprestatiecertificaten werden de meeste opgemaakt voor kantoorgebouwen – 5.250 stuks – gevolgd door gezondheidszorg- en welzijnsinstellingen –  5.050 stuks – en onderwijsgebouwen – 5.000 stuks. Deze cijfers zijn te raadplegen op de publieke Energiekaart van het VEKA, waar sinds vorig jaar de gegevens over niet-residentiële gebouwen worden gepubliceerd.

Voor de niet-residentiële gebouwen groter dan 1.000 vierkante meter was de EPC-plicht al eerder van kracht. Ook publieke gebouwen groter dan 500 vierkante meter moeten sinds begin 2024 over een energieprestatiecertificaat beschikken. Het certificaat vormt een cruciaal beleidsinstrument binnen de Vlaamse renovatiestrategie.

Klimaatdoelstellingen
Het VEKA benadrukt dat het energieprestatiecertificaat meer is dan alleen een verplichting. Het stelt de overheid in staat om de energieprestaties van het gebouwenpark op te volgen en te monitoren of de sector op schema ligt om de klimaatdoelstellingen te halen. Tegen 2050 moeten namelijk alle niet-residentiële gebouwen CO2-neutraal zijn.

Naast de certificaatverplichting geldt ook een renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen bij eigendomsoverdracht. Op termijn zal elk gebouw bovendien een minimaal energieprestatielabel moeten behalen. Eigenaren van niet-residentiële gebouwen kunnen voor de energetische renovatie gebruikmaken van financiële ondersteuningsmaatregelen, zoals de premies voor hernieuwbare energietechnieken via Mijn VerbouwPremie en de ecologiepremie+ van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).