Vlaanderen schrapt groenestroomcertificaten zonnepanelen bij negatieve stroomprijzen

Tijdens de Septemberverklaring maakte premier Matthias Diependaele bekend dat producenten geen certificaten meer ontvangen bij negatieve prijzen. Zelfs bij korte periodes waarop de stroomprijs gedurende 1 kwartier negatief is – de Europese stroommarkt stapt de komende maand over van uur- op kwartierprijzen – wil de Vlaamse regering geen subsidie meer toekennen.

Europese afstemming
De principiële goedkeuring van het ontwerpbesluit werd afgelopen weekeinde door de ministerraad bekrachtigd. Deze aanpassing, voorgesteld door Vlaams viceminister-president Melissa Depraetere, brengt de Vlaamse regelgeving volgens haar in overeenstemming met de Europese richtsnoeren staatssteun voor klimaat, energie en milieu (CEEAG).

De nieuwe regeling bepaalt dat er niet alleen geen groenestroomcertificaten, maar ook geen warmtekrachtcertificaten meer worden toegekend tijdens periodes met negatieve elektriciteitsprijzen. De minimumperiode wordt daarbij dus drastisch verkort: van minstens 6 opeenvolgende uren naar slechts 1 kwartier.

Uitzonderingen kleiner
De vrijstellingsregels voor kleinschalige installaties worden eveneens aangepast. Alleen installaties met een bruto nominaal vermogen lager dan 400 kilowatt komen nog in aanmerking voor een vrijstelling. Voor nieuwe installaties die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen, wordt deze grens verder verlaagd naar 200 kilowatt bruto nominaal vermogen.

Deze wijzigingen gelden voor alle installaties, ongeacht hun startdatum of de vaststelling van een bandingfactor, de parameter die de hoogte van de subsidie bepaalt.

Definitieve goedkeuring
Premier Diependaele benadrukte tijdens de Septemberverklaring – de jaarlijkse toespraak van de minister-president van Vlaanderen in het Vlaams Parlement over de beleidsvoornemens en de begroting voor het nieuwe parlementaire jaar – dat deze aanpassingen essentieel zijn voor een duurzame en economisch haalbare energietransitie. ‘We moeten zorgen dat onze steunmechanismen de markt niet verstoren, maar juist versterken.’

Het ontwerpbesluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State, waarna de definitieve goedkeuring kan volgen.