Rechter: zonnepanelen op gevel Amsterdamse woning niet toegestaan

De zaak draaide om een woning in Amsterdam, waar de eigenaar 6 zonnepanelen op de achtergevel wilde aanbrengen. Ondanks zijn wens om zijn woning te verduurzamen vanwege een hoog gasverbruik, werd zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning afgewezen.

Bestemmingsplan
Het college van burgemeester en wethouders oordeelde aanvankelijk dat de zonnepanelen niet voldeden aan de redelijke eisen van welstand, maar later werd de afwijzing aangevuld met de conclusie dat het project niet paste binnen de bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan.

De eigenaar betoogde in de rechtszaak dat de gemeente had moeten afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 27.1, onderdeel c, waarmee kan worden afgeweken van bouwgrenzen ten behoeve van onderdelen zoals erkers, galerijen en ‘dergelijke delen van gebouwen’. Volgens de eiser zouden zonnepanelen als onderdeel van het gebouw onder deze categorie vallen.

Rechterlijke interpretatie
De rechtbank volgt deze redenering niet. In de uitspraak stelt de rechter dat de zinsnede ‘dergelijke delen van gebouwen’ verwijst naar bouwdelen die bij het gebouw als geheel horen en in principe niet verwijderd kunnen worden zonder schade aan te brengen aan het gebouw. Zonnepanelen, als losse en verwijderbare onderdelen, vallen daar niet onder.

Ook het argument dat de zonnepanelen onder de algemene afwijkingsmogelijkheid voor duurzame energie in artikel 30, onderdeel e, van het bestemmingsplan zouden vallen, is verworpen. De rechtbank oordeelt dat deze afwijkingsmogelijkheid slechts bedoeld is voor een mogelijke overschrijding van bouwhoogten, waarvan in deze zaak geen sprake was.

Vertrouwensbeginsel
Het beroep op het vertrouwensbeginsel werd eveneens afgewezen. Hoewel de woningeigenaar stelde dat een medewerker van de gemeente hem had verzekerd dat er ‘ruime mogelijkheden’ waren voor het verduurzamen van zijn woning, oordeelde de rechtbank dat hieruit geen concrete toezegging kon worden afgeleid dat hij zonder vergunning zonnepanelen aan de gevel mocht bevestigen.

Naast het bestemmingsplan speelde ook de welstand een rol in de afwijzing. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) oordeelde dat de zonnepanelen afbreuk zouden doen aan de compositie en samenhang in de gevel en daarmee aan het beeld vanuit de openbare ruimte, omdat de woning deel uitmaakt van een lange, als eenheid ontworpen rij.