
De minister heeft namens het kabinet vragen van Eerste Kamerleden beantwoord over de Europese klimaatdoelstelling.
Wetenschappelijk advies
Het voorgestelde doel voor 2040 is gebaseerd op advies van de Europese Wetenschappelijke Klimaatraad. ‘Het doel sluit aan bij het Europese doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, in lijn met IPCC-rapporten en de afspraken in het Akkoord van Parijs’, schrijft Hermans in haar antwoorden aan de Eerste Kamer.
De Europese Commissie heeft het tussendoel geformuleerd na uitgebreide analyses waarin haalbaarheid, kosten, technologische mogelijkheden en rechtvaardigheid zijn meegewogen. Hierbij is volgens Hermans gezocht naar een ‘maatschappelijk optimum’ dat voldoet aan de klimaatdoelstellingen. ‘De effectbeoordelingen uitgevoerd door de Europese Commissie – en CE Delft – laten zien dat meer klimaatbeleid richting 2040 leidt tot een verschuiving in uitgaven. Kapitaalsinvesteringen (capex) nemen toe, bijvoorbeeld voor duurzame-energie-infrastructuur, elektrische voertuigen en woningverduurzaming. Operationele kosten (opex) dalen echter na verloop van tijd door energiebesparing en het gebruik van hernieuwbare bronnen. Voor bedrijven kan dit op termijn de voorspelbaarheid en stabiliteit van energiekosten verbeteren, wat aantrekkelijk is voor investeringsbeslissingen.’
Rechtvaardige transitie
Op vragen van fractieleden van de Partij voor de Dieren over een rechtvaardige verdeling van lasten, benadrukt het kabinet het belang van een eerlijke energietransitie. ‘Het kabinet vindt het belangrijk dat alle sectoren en lidstaten een gebalanceerde en kosteneffectieve bijdrage dienen te leveren aan het halen van het 2040-doel’, aldus de minister.
De Europese klimaatministers bereikten afgelopen week een akkoord over een Algemene Oriëntatie voor het klimaatdoel. Dit vormt de positie van de Raad van de Europese Unie voor de komende onderhandelingen met het Europees Parlement. Deze ‘trilogen’ zullen uiteindelijk bepalen hoe de definitieve wetgeving eruit komt te zien.
Sectoren en maatregelen
De landbouwsector zal een belangrijke rol spelen in het realiseren van de klimaatdoelstellingen, hoewel volledige emissiereductie niet mogelijk is door ‘onvermijdelijke biologische processen van vee’. Europese voorstellen voor concrete sectordoelen en aanvullend beleid worden in 2026 verwacht.
Op de vraag of het doel niet te sterk leunt op technologische oplossingen zoals carbon capture storage (ccs), antwoordt Hermans dat het uitgangspunt is ‘om maximaal in te zetten op emissiereductie en zo afhankelijkheid van koolstofverwijdering te minimaliseren’. Ze erkent echter dat transitietechnologieën op korte termijn nodig zijn.
Economische impact
De JA21-fractieleden uitten zorgen over de economische impact van de klimaatdoelstelling. Volgens Hermans biedt decarbonisatie juist kansen: ‘Een toekomstbestendige, sterke en concurrerende Europese economie is duurzaam. Decarbonisatie biedt kansen voor onze energieonafhankelijkheid, en economische groei voor de groene Europese industrie’.
De minister wijst erop dat kapitaalsinvesteringen zullen toenemen, maar dat operationele kosten na verloop van tijd dalen door energiebesparing en het gebruik van hernieuwbare bronnen. Een stabiel langetermijnbeleid is volgens haar cruciaal voor investeringszekerheid.
Het kabinet blijft inzetten op het wegnemen van knelpunten rond uitvoering, zoals infrastructuur, arbeidscapaciteit, vergunningverlening en beschikbaarheid van grondstoffen, om de doelstellingen te kunnen realiseren.
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.