In de Commissie voor Wonen, Toerisme, Energie en Klimaat van het Vlaams Parlement werd een groot aantal vragen gesteld aan minister Depraetere. Zo voelde Robrecht Bothuyne (CD&V) haar aan de tand over de gevolgen van de toenemende integratie van hernieuwbare energie op de Belgische elektriciteitsmarkten en Filip Brusselmans (Vlaams Belang) stelde vragen over dreigende overbelasting van het stroomnet door de toenemende opwek van zonne-energie.
Dynamische contracten
‘Door een gebrek aan flexibele balanceringsvolumes stijgt het risico op zogenaamde incompressibiliteit waarbij het net niet meer in staat is om op korte termijn voldoende capaciteit aan te passen’, luidde Bothuyne zijn vragen in. ‘Hierdoor kan de operationele veiligheid van het elektriciteitssysteem zelf ook in het gedrang komen. De CREG ziet de beperkte penetratiegraad van dynamische elektriciteitscontracten bij residentiële consumenten als een van de oorzaken. De penetratiegraad van dynamische elektriciteitscontracten is beperkt. De evolutie verloopt op dat vlak erg traag. Welke maatregelen overweegt u eventueel om de participatie van die residentiële en niet-residentiële elektriciteitsverbruikers in de vraagrespons te bevorderen, waardoor ze actiever kunnen inspelen op de prijssignalen die de markt uitstuurt? En hoe kan Vlaanderen de adoptie van de dynamische elektriciteitscontracten bij consumenten versnellen?’
Penetratiegraad nog laag
Minister Depraetere erkende dat de penetratiegraad van de dynamische prijscontracten momenteel nog laag is. ‘Volgens de meest recente cijfers van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) gaat het over 0,17 procent van de residentiële afnemers en 0,15 procent van de ondernemingen die op dit moment een dynamisch prijscontract hebben afgesloten. Dat is dus laag. Het is zeker wenselijk dat dat groter wordt en dat dat meer afnemers worden in de toekomst, gezien het voordeel dat dit type van energiecontract ook kan bieden, niet alleen voor ons net en voor de energiemarkt, maar ook wel zeker voor de afnemer zelf. We moeten daarbij natuurlijk opletten dat iedereen ook mee is, want anders kan een dynamisch contract ook slecht uitpakken en dat is natuurlijk niet de bedoeling.’
Depraetere hamerde daarbij op het belang van de digitale meter die nodig is voor het afsluiten van een dynamisch energiecontract. ‘Er zijn momenteel al een aantal leveranciers die een dynamisch prijscontract aanbieden, zowel grote als kleine. Leveranciers die meer dan 200.000 afnemers hebben, zijn sowieso verplicht om dit contract ook aan te bieden. Als burgers de mogelijkheid krijgen om meerdere energieleveringscontracten achter de hoofdmeter af te sluiten, dan zal dit de aansturing en flexibilisering van bepaalde toestellen versnellen. Ik verwacht dat dit kader het aandeel van dynamische prijscontracten in de toekomst wel zal bevorderen, dus dat het wel degelijk meer zal worden gebruikt.’
Garanderen
Filip Brusselmans (Vlaams Belang) had eveneens vragen aan de minister. ‘De vraag is nu natuurlijk hoe de Vlaamse Regering die beoogde forse toename van het aantal zonnepanelen zal weten te verzoenen met de stabiliteit van het stroomnet, zonder onze burgers die zonnepanelen hebben gelegd, maar vaak niet in staat zijn om de productie van energie af te stemmen op hun verbruik, daarbij al te zeer financieel te treffen.’
Brusselmans wilde van de minister weten welke initiatieven zij neemt om een overbelasting van het net te vermijden en daaraan gekoppeld hoe zij garandeert het verdienmodel van eigenaren van zonnepanelen in stand te houden. ‘Welke aanpassingen voorziet u bijvoorbeeld aan de injectietarieven op bepaalde momenten?’, vraagt Brusselmans.
Bewust van probleem
‘We zijn ons wel bewust van het probleem’, vertelt Depraetere. ‘Ook het Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap (VEKA) is zich daar zeker van bewust. We zijn daar volop mee bezig. Het bewaken van het evenwicht van het net is een taak van Elia. Dat is een federale bevoegdheid. Dat neemt niet weg dat we ook hier in Vlaanderen een aantal belangrijke maatregelen kunnen nemen om bedrijven en burgers aan te moedigen en hen te ondersteunen om hun verbruik beter af te stemmen op hun energieproductie. De injectievergoeding is een marktgegeven. Het is niet evident om daar zomaar op in te grijpen. Dat staat niet meteen op de planning. Maar een bewuster omgaan met het zelfverbruik, geholpen door een verdere elektrificatie, is zeker wel iets wat we willen doen. Digitale meters zijn daar een goede methode voor. Maar dan moeten we dat wel correct uitrollen en de mensen daarbij helpen.’
Zonnepanelen
Tot slot bevestigde Depraetere dat het nog altijd ‘aangewezen’ is om massaal in te zetten op het plaatsen van zonnepanelen. ‘Dat is hoe dan ook nodig in het kader van de klimaatuitdaging. We zullen meer hernieuwbare energie nodig hebben, maar het draagt ook bij aan onze zelfvoorziening. We willen natuurlijk minder afhankelijk zijn van anderen en van buitenlandse fossiele brandstoffen. Zonnepanelen zijn ook nodig om voor de vraag naar elektrische voertuigen, warmtepompen enzovoort te voorzien in voldoende eigen groene, goedkopere stroom. Wat betreft de zonnepanelen voor de consument zelf is, gelukkig, de terugverdientermijn de voorbije jaren veel korter geworden. Het is wel degelijk een nuttige investering. Maar het zal wel belangrijk zijn om op de flexibiliteit in te zetten, zodat het een nuttige investering blijft. Dat staat ook in het regeerakkoord, en daar zullen we dan ook werk van maken.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.