Mogelijk maximale CO2-voetafdruk voor zonnepanelen in SDE++ 2026

Copper8: ‘Europese ontwikkelingen blijven volgen’

Adviesbureau Copper8 pleit in een nieuw onderzoeksrapport voor het opnemen van een CO2-eis voor zonnepanelen in toekomstige SDE++-subsidierondes. Het rapport, opgesteld in opdracht van RVO in samenwerking met TKI Urban Energy en het ministerie van Klimaat en Groene Groei, laat zien dat de productie van zonnepanelen verder verduurzaamd kan worden.

Zinvol om te sturen
‘Op basis van dit onderzoek lijkt het zinvol om te sturen op verdere verduurzaming, ondanks dat de CO2-voetafdruk van de productie van zonnepanelen de afgelopen jaren aanzienlijk is gedaald’, stellen de onderzoekers.

Een belangrijke observatie uit het rapport is dat niet alle grote producenten van zonnepanelen al publiekelijk rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Zelfs bedrijven die wel een Environmental Product Declaration (EPD) hebben laten maken, voldoen niet altijd aan de CO2-grenswaarden van instanties zoals EPEAT of de Franse overheid.

Internationale aanpak
De verduurzaming van de productie van zonnepanelen is geen nieuw thema. Frankrijk en Zuid-Korea sturen al langer op de CO2-voetafdruk van zonnepanelen. Ook werkt Europa aan een methodiek om de CO2-voetafdruk van zonnepanelen in kaart te brengen in het kader van de Europese ESPR-verordening.

In het onderzoek is gekeken welke bestaande methodiek het beste aansluit op de wensen van het ministerie en RVO. De onderzoekers adviseren om te werken met een geverifieerde levenscyclusanalyse (lca), omdat dit relatief gangbaar is in de markt en leidt tot een hoge mate van uitvoerbaarheid voor RVO.

Noorse standaard
Op dit moment zijn er twee bestaande ‘product category rules’ (pcr) voor zonnepanelen: EPD Norge en EPD Italy. Het rapport adviseert aan te sluiten bij EPD Norge omdat deze een meer bruikbare systeemgrens hanteert, namelijk het zonnepaneel en het frame. ‘Door voor deze systeemgrens te kiezen, zijn de EPD’s beter vergelijkbaar en daardoor bruikbaar in een regeling zoals de (opvolger) van de SDE++’, aldus de onderzoekers.

EPD Norge maakt gebruik van wattpiek (wattpiek) als functionele eenheid. Dit heeft als voordeel dat het zich richt op de fase waar de meeste negatieve CO2-impact zit, namelijk de productiefase. Een nadeel is dat andere belangrijke eigenschappen zoals levensduur en efficiëntie minder aandacht krijgen. Het rapport adviseert om dit te ondervangen door additionele eisen op te nemen.

De onderzoekers raden aan om de Europese ontwikkelingen op dit gebied te volgen, en eventueel aan te sluiten op door Europa in ontwikkeling zijnde Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR) wanneer deze beschikbaar is.