België staat op zijn beurt op 361 uren met negatieve stroomprijzen. Het aantal uren met negatieve prijzen groeide in beide landen met 75 procent. Deze explosieve groei zet de winstgevendheid van wind- en zonne-energieprojecten onder zware druk.
Historische groei
‘We zijn door de 400-uurgrens met negatieve uurprijzen’, constateert Jan Willem Zwang van Profiteia.io, een platform dat energiedata analyseert voor de markt. Nog verontrustender voor producenten van wind- en zonne-energie is volgens Zwang dat Nederland tot en met eind juni al 39 dagen telde waarop de uurprijzen 6 uur of langer negatief zijn. In heel 2024 was dat ‘slechts’ 36 dagen het geval.
Dit is problematisch, omdat volgens de SDE+(+)-regeling aan projecten die in de periode 2016-2022 ingediend werden geen subsidie wordt uitgekeerd tijdens aaneengesloten periodes van negatieve prijzen die 6 uur of langer duren. Voor projecten die in de jaren daarna subsidie hebben aangevraagd, wordt überhaupt geen subsidie uitgekeerd voor de uren waarop de stroomprijs negatief is. Dit dus ongeacht of het om 6 aaneengesloten uren gaat.
Het toenemende aantal uren met negatieve prijzen treft niet alleen grote installaties. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) haalt deze uren uit de calculatie voor het correctiebedrag van de SDE+(+)-subsidie, waardoor het correctiebedrag hoger uitvalt en daarmee de subsidie lager. 'Het is natuurlijk te makkelijk om nu te zeggen dat PBL eigenlijk voor Prutsbureau voor de Leefomgeving staat, dus dat doe ik daarom niet. Maar er moet weleens iets aan gedaan worden,' merkt Zwang op.
Minister Hermans heeft recent aangegeven te werken aan een oplossing voor dit groeiende probleem, waaronder het mogelijk opnemen van een correctiefactor in het correctiebedrag die rekening houdt met de toenemende negatieve prijsuren. Exploitanten van grote zonnedaken en zonneparken die als de stroomprijzen negatief zijn de zonne-energieproductie beperken om het stroomnet te ontlasten, worden binnen de subsidieregeling SDE++ vooralsnog echter dubbel gestraft.
Explosief gestegen
Het aantal uren met negatieve stroomprijzen is sinds 2023 explosief gestegen. Nederland ging van 85 uren in 2022 naar 316 in 2023, 458 in 2024 en al 408 in slechts de eerste helft van 2025.
In bijna alle maanden van 2025 kent Nederland meer uren met negatieve stroomprijzen dan België, met het grootste verschil in mei – 145 versus 122 uren. Alleen in juni is het aantal uren gelijk en natuurlijk ook in januari en februari toen er geen sprake was van negatieve stroomprijzen.
Met 408 uren met negatieve stroomprijzen in de eerste helft van 2025 overtreft Nederland het aantal van dezelfde periode in 2024 (233 uren) met 75 procent. Mei 2025 spant de kroon met 145 uren, bijna het dubbele van mei 2024 toen het om 74 uren ging.
In de eerste helft van 2025 registreerde België al 361 uren met negatieve stroomprijzen, met pieken in de maanden mei (122 uren) en juni (127 uren), respectievelijk 91 en 84 procent meer dan een jaar eerder.
Nieuwe strategieën
Bedrijven ontwikkelen intussen nieuwe strategieën om met de uitdagende marktomstandigheden om te gaan. Eddy Grid, een bedrijf gespecialiseerd in het slim aansturen van onder meer zonnepaneelinstallaties en batterijen, rapporteert goede resultaten ondanks de moeilijke marktomstandigheden.
'In mei bedroeg de netto-opbrengst 70.966 euro per 10 megawattpiek voor zonneparken die door Eddy Grid aangestuurd worden,' aldus het bedrijf. Deze resultaten zijn behaald door hun multi-market strategie, waarbij stroom verhandeld wordt op de day ahead-, intraday- en ex-postmarkt. ‘Door het afschakelen van de omvormers op de juiste momenten profiteren onze klanten van gunstige onbalansprijzen, terwijl we negatieve prijspieken voorkomen door minder te produceren.’ Bij deze afweging houdt het bedrijf ook rekening met SDE++-subsidie en de opbrengsten van Garanties van Oorsprong (GvO’s).
De juni 2025-editie van Solar Magazine schenkt aandacht aan het installeren van zonnepanelen in oost-westopstellingen, verdienmodellen in het post-salderingstijdperk, agri-pv en offgrid pv-installaties.