Ook in de eerste helft van 2024 daalde de zonnepaneelverkoop met zo’n 50 procent, tot 187.879 nieuwe installaties. Dat gebeurde nadat de installatiecijfers in de eerste helft van 2023 piekten op een niveau van 370.312 stuks. Dit alles blijkt uit nieuwe cijfers van de Nederlandse netbeheerders afkomstig van de database CERES*.
Aantal nieuwe zonnepaneelinstallaties
Het aantal nieuwe zonnepaneelinstallaties is daarmee in de eerste jaarhelft met 75 procent gedaald ten opzichte van het recordjaar 2023.
57 procent minder vermogen
De zonne-energiemarkt toont ook qua nieuw geregistreerd vermogen een forse neergang. Na de piek van 1.985,2 megawatt in de eerste helft van 2023 – wat een groei was van 51 procent ten opzichte van 2022 – daalde het nieuw geregistreerde vermogen vorig jaar met 41 procent en dit jaar met nog eens 57 procent. Dat betekent een afname van 75 procent ten opzichte van de piek.
Voorzichtig herstel in juni
De verkoop van zonnepanelen bereikte in de maand mei een dieptepunt van 12.565 nieuwe installaties en een omvormervermogen van 67,2 megawatt, het laagste niveau sinds jaren. In de maand juni is een voorzichtig herstel zichtbaar van 14.280 nieuwe zonnepaneelinstallaties, waarmee een omvormervermogen van 88,2 megawatt gemoeid is. In de komende maanden zal duidelijk worden of de zonnepaneelmarkt daadwerkelijk over het dieptepunt heen is.
Meer statistieken over de zonne-energiemarkt lezen? Lees dan het speciale Solar Magazine-dossier ‘De harde cijfers’.
Disclaimer cijfers Sinds maart 2024 communiceren de netbeheerders de registratie van zonnepaneelinstallaties bij kleinverbruikers niet langer op basis van het zonnepaneelvermogen uitgedrukt in kilowattpiek (DC-vermogen), maar op basis van het omvormervermogen uitgedrukt in kilowatt (AC-vermogen). Voor grootverbruikers deden de netbeheerders dit al. Het CERES-register bevat daarbij alle zonnepaneelinstallaties met een omvormervermogen tot 1 megawatt –oftewel type A volgens het Requirement for Generators (RfG) – en daarmee nog geen data van zonnedaken en zonneparken die rechtstreeks aangesloten zijn op het hoogspanningsnet van TenneT. In de CERES-database schrijven de netbeheerders de nieuwe zonnepaneelinstallaties toe aan de maand van aanmelding. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Vlaanderen – waar het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) een zonnepaneelsysteem toeschrijft aan de maand van installatie – worden de cijfers van de netbeheerders daarom niet met terugwerkende kracht gecorrigeerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat in december geïnstalleerde zonnepanelen die in januari via de website energieleveren.nl aangemeld worden in de statistieken ook terug te vinden zijn in de maand januari. Waar de netbeheerders aanvankelijk stelden dat de inbedrijfsnamedatum en registratiedatum vrijwel identiek zijn, melden ze inmiddels dat ‘de registratie van een installatie later kan plaatsvinden dan het installeren zelf’. Ze stellen dat de cijfers hierdoor achter zullen lopen op de werkelijk geïnstalleerde installaties. Sowieso zijn in de zomer verschillen zichtbaar – die zouden volgens de netbeheerders minder dan 10 procent bedragen – waarbij in deze traditiegetrouw drukke installatiemaanden meer zonnepaneelinstallaties worden opgeleverd dan geregistreerd. In de winter zouden juist minder zonnepaneelinstallaties worden geïnstalleerd dan geregistreerd. Daarnaast kunnen er registraties missen, waardoor de gegevens niet compleet zijn. |
De juni 2025-editie van Solar Magazine schenkt aandacht aan het installeren van zonnepanelen in oost-westopstellingen, verdienmodellen in het post-salderingstijdperk, agri-pv en offgrid pv-installaties.