Hoe groot is het probleem van negatieve energieprijzen momenteel voor exploitanten van pv-installaties?
‘De uren met negatieve energieprijzen nemen flink toe. Dat zet businesscases van grootschalige wind- en zonne-energieprojecten fors onder druk; het invoeden van groene stroom in het net kost dan geld. Er wordt dus steeds meer gecurtaild. Daarmee worden inkomsten misgelopen en laten we groene stroom verdwijnen die op andere momenten juist hard nodig is om CO2 te reduceren.’
In welke mate?
‘Dit verhaal heeft 2 kanten en het hangt samen met de SDE++. Allereerst wat betreft het aantal vollasturen waar het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) mee rekent. Voor pv-installaties zijn dat er rond de 855 per jaar, afhankelijk van de specifieke categorie. Dit aantal wordt momenteel niet gehaald, doordat er zoveel curtailment plaatsvindt. Omdat de SDE++ een op productie gebaseerde subsidieregeling is, ontvangen de partijen dus minder subsidie. Hierdoor worden projecten niet rendabel; er is dus sprake van onderstimulering.’
De subsidievoorwaarden zijn veranderd met de tijd…
‘Bij beschikkingen van voor 2016 blijven uren met negatieve energieprijzen subsidiabel. Als je aan het elektriciteitsnet levert tijdens negatieve prijsuren draai je verlies, maar krijgt je ook subsidie. Dat is dus een andere rekensom, of je gaat produceren of niet. In toekenningen van 2016 tot en met 2022 zijn de 6-uursblokken met negatieve elektriciteitsprijzen, iets wat steeds vaker voorkomt, eruit gefilterd. Je hebt tijdens die uren dan geen recht op subsidie. Vanaf 2023 geldt dat voor ieder negatief prijsuur. Kijken we naar 1-uursblokken met negatieve energieprijzen dan zien we een productieverlies van zo’n 20 procent. Kijken we naar 6-uursblokken, dan hebben we het over rond de 15 procent. Die vollasturen, waar PBL mee rekening heeft gehouden, worden dus in de praktijk steeds minder gerealiseerd.’
Vreemd is dat niet.
‘Er is principieel weinig tegenin te brengen – waarom de productie van groene stroom subsidiëren wanneer er geen vraag is? Hier ligt ook deels het probleem: de elektrificatie blijft achter, waardoor het aantal negatieve prijsuren blijft stijgen. Het subsidiëren tijdens negatieve elektriciteitsprijzen mag ook niet meer vanuit de staatssteunregels van Europa. Dat brengt namelijk onwenselijke marktverstoringen met zich mee. Maar producenten van groene energie zitten wel met een probleem. En om de klimaatdoelstellingen te halen en geopolitiek onafhankelijk te worden, moet er nog heel veel wind en zon bij.’
En die andere kant van het verhaal?
‘De SDE++ is gebaseerd op een basisbedrag, de maximale subsidie per geproduceerde eenheid duurzame energie, en een correctiebedrag; de gemiddelde marktprijs op de day-aheadmarkt, met een profiel- en onbalansfactor. Die moeten ervoor zorgen dat de subsidie beter aansluit bij de werkelijke inkomsten: bijvoorbeeld middels correcties aangaande het tijdsverloop van opwek en extra kosten bij afwijking van de voorspelde productie. Als het correctiebedrag onder het basisbedrag uitkomt, dan vult de overheid dit gat aan. De zogenaamde “onrendabele top”. Als het correctiebedrag boven het basisbedrag uitvalt, dan ontvangt de partij geen subsidie. Negatieve elektriciteitsprijzen worden, afhankelijk van het beschikkingsjaar, uit de gemiddelde day-aheadmarkt berekening gelaten. Ze worden er uitgefilterd, waardoor het correctiebedrag hoger uitvalt en je dus minder subsidie ontvangt.’
Onder de streep?
‘Het bijt dus aan 2 kanten: minder subsidiabele vollasturen en een hoger correctiebedrag. Daardoor gaat het niet goed met vele zonne-energieprojecten in Nederland; de rendementen zijn sterk teruggelopen, er staan er heel wat financieel onder water. Daarmee hebben niet alleen de exploitanten van deze systemen een probleem, maar ook is het niet goed voor de energietransitie.’
Wat moet er gebeuren?
‘De structurele oplossing is elektrificatie en flexibilisering aanjagen. Op beide vlakken gaat het in Nederland niet hard genoeg. Dat is dus prioriteit nummer 1. Daarnaast pleiten we voor een overgangsperiode; we moeten projecten de komende tijd rendabel houden. Als we dat niet doen, dan heeft dit negatieve consequenties, en niet alleen voor marktpartijen.’
Je doelt op?
‘We moeten oppassen dat het hele investeringsklimaat aangaande hernieuwbare energie niet wordt verpest. Als bedrijven failliet gaan of veel mensen moeten ontslaan, dan zijn we die kwijt, ook als we die over enkele jaren weer nodig hebben, wanneer de omstandigheden zijn veranderd. Dat is onwenselijk, net zoals het wegtrekken van bedrijven naar landen waar nog wel veel perspectief voor zon is, bijvoorbeeld Duitsland, wat we nu veel zien gebeuren. Het schaadt onze economie en brengt de haalbaarheid van de klimaatdoelstellingen in gevaar. We zullen de SDE++ dus moeten aanpassen met het oog op het mitigeren van de schadelijke effecten van negatieve energieprijzen.’
Holland Solar en NedZero pleiten in dat kader voor de mogelijkheid om opgewekte energie tijdelijk op te slaan en later in te voeden zonder verlies van subsidie…
‘Het idee is als volgt. Tijdens negatieve prijsuren kan de geproduceerde zonnestroom opgeladen worden in een colocated batterij, en op een later moment, tijdens positieve prijzen, invoeden op het net, en dat zonder verlies van subsidie. Zo kunnen projecten een deel van hun gemiste aantal vollasturen goedmaken. Het voorkomt bovendien verspilling van duurzaam opgewekte energie en versterkt de flexibiliteit van het energiesysteem. En het kan ook nog efficiënt netgebruik stimuleren.’
Dat mag nu niet.
‘De SDE++ is een productiesubsidie. Er wordt op de brutometer van het zonnepark gekeken naar wat is opgewekt, en niet specifiek naar invoeding op het net. Wij zijn in gesprek met het ministerie om daar verandering in te brengen en uitgestelde levering met behoud van SDE++ mogelijk te maken. Het mooie is ook dat dat kan zonder verhoging van het subsidiebudget; de reeds begrote SDE++-gelden voor wind en zon kunnen juist uitgekeerd worden als stroom op gewenste momenten aan het net geleverd wordt.’
Hoe valt dat idee in Den Haag?
‘Wij zijn enthousiast, onze leden ook en op het ministerie van Klimaat en Groene Groei vinden we een welwillend oor. Het moet echter wel kunnen volgens de staatssteunregels, en dat is een mogelijke barrière. Er worden momenteel gesprekken gevoerd met de Europese Commissie, of het wel mag met het oog op regels aangaande subsidiëring van productie tijdens negatieve prijsuren. Ook daar is de grondhouding positief, zo vernemen wij, maar de definitieve uitkomst staat nog niet vast.’
Er zal ook anders moeten worden gemeten…
‘Klopt. Dit is een andere uitdaging, vooral een uitvoeringstechnisch vraagstuk. ‘Voor SDE++-subsidie moet je Garanties van Oorsprong (GvO’s) voor netlevering hebben: certificaten die aangeven dat de stroom die is opgewekt, duurzaam is. In de situatie met een colocated batterij is een meerdere leveranciers op een aansluiting (mloea) – constructie vereist om GvO’s voor netlevering te krijgen, omdat de batterij en het zonnepark apart bemeterd zijn en dus worden gezien als aparte entiteiten. De fysieke stroom gaat alleen niet daadwerkelijk het net op. Als de batterij en het zonnepark op één meter zitten, en de batterij wordt opgeladen door zonnestroom, dan wordt het gezien als eigen verbruik, en daar krijg je geen SDE++-subsidie voor. De oplossing om dit uitvoeringstechnisch goed in te regelen, ligt dus in de bemetering. We moeten alleen nog wel goed nadenken over situaties waarin de batterij ook afnamecapaciteit heeft en/of als er nog een andere afnemer in de mloea-constructie zit.’
Uitgestelde levering met behoud van subsidie, het komt eraan?
‘Ik zeg niet volmondig ja, maar ik ben positief. Tegelijkertijd, deze maatregel is niet dé oplossing. Maar het zou wel een stap in de goede richting zijn, ook wat betreft versnelling van de uitrol van batterijen. Tegenwoordig zijn die standaard bij vrijwel ieder nieuw zonnepark ingetekend. Vele bedrijven zijn ook bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden van het plaatsen van batterijen bij bestaande installaties. Maar dat is niet zomaar gedaan. Er zit vooral een hobbel in de vergunningverlening. Gemeenten hebben vaak geen bestaand beleid rondom batterijen, dus daar zit veel vertraging in. Hopelijk wordt uitgestelde levering geïntegreerd in de SDE++, dan gaan er veel meer partijen aan de slag met batterijen, en hopelijk helpt dat ook met het vlottrekken van deze ingewikkelde situatie op de energiemarkt.’
De juni 2025-editie van Solar Magazine schenkt aandacht aan het installeren van zonnepanelen in oost-westopstellingen, verdienmodellen in het post-salderingstijdperk, agri-pv en offgrid pv-installaties.