logo
© Stedin
© Stedin
17 oktober 2025

Minister: maatregelen voor stroomnet werken, noodstop dreigt nog altijd voor Utrecht

De maatregelen tegen netcongestie in de Flevopolder en de provincie Gelderland beginnen effect te sorteren. Dat meldt demissionair minister Hermans, die nog wel grote zorgen heeft over de situatie in Utrecht.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister van Klimaat en Groene Groei dat vooral in Gelderland en de Flevopolder het perspectief is verbeterd.

Positieve ontwikkelingen
Vorig jaar april werd een maatregelenpakket gelanceerd om de overbelasting van het stroomnet in de regio Flevopolder, Gelderland en Utrecht (FGU) aan te pakken. Nieuwe doorrekeningen laten nu zien dat de gezamenlijke inspanningen van het Rijk, provincies, gemeenten en netbeheerders effect beginnen te sorteren.

Waar vorig jaar nog werd gevreesd voor structurele overbelasting van het regionale stroomnet – met risico’s op grootschalige uitval en een aansluitstop voor woningen, bedrijven en laadpalen – is dit beeld nu genuanceerder. Het stroomnet in de FGU-regio blijft weliswaar op momenten zwaar belast, maar de pieken nemen merkbaar af en beperken zich steeds meer tot lokale knelpunten.

Aangescherpte prognoses
Netbeheerders hebben hun prognoses en rekenmodellen geactualiseerd en aangescherpt, waardoor de verwachte netbelasting realistischer en lager is ingeschat dan eerder geraamd. Hierdoor ontstaat in de Flevopolder en Gelderland vanaf 2030 verlichting van de problematiek, mede dankzij geplande netuitbreidingen die volgens planning verlopen.

‘Het is bemoedigend om nu te zien dat de effecten van onze gezamenlijke inspanningen met provincies en netbeheerders zichtbaar worden. We zijn er nog niet, maar dit geeft vertrouwen dat de aanpak werkt en motiveert om door te gaan', zegt minister Hermans.

Utrecht problematisch
Want terwijl de geplande netuitbreidingen in de Flevopolder en Gelderland grotendeels volgens planning verlopen, blijft de situatie in Utrecht zorgelijk. De vertraging in de realisatie van de netuitbreidingen, met name de bouw van het hoogspanningsstation Utrecht-Noord, zorgt ervoor dat er in deze provincie significant grotere knelpunten blijven bestaan die bovendien toenemen richting 2033.

Hermans hierover: ‘Met de huidige verwachte opbrengst van de maatregelen worden de knelpunten nog niet op alle plekken opgelost. Daarom zullen de netbeheerders zich in toenemende mate richten op aansluiten op basis van lokaal beschikbare ruimte.’

Effectieve maatregelen
De afgelopen maanden hebben de betrokken partijen diverse maatregelen getroffen. Zo hebben TenneT en Stedin een contract afgesloten voor 60 megawatt aan regelbaar vermogen vanaf 2026. Daarnaast heeft TenneT een akkoord bereikt met Eneco om 2 warmtekrachtcentrales langer in bedrijf te houden.

Ook worden grootschalige batterijsystemen ingepast op het stroomnet, met op korte termijn 48 megawatt en een verwachte capaciteit van 120 megawatt richting 2030. Verder hebben netbeheerders ruim 3.700 bedrijven in de regio benaderd om op piekmomenten minder elektriciteit af te nemen of juist terug te leveren, al blijft de gerealiseerde piekreductie vooralsnog beperkt. ‘Toch zal congestiemanagement bij grootverbruikers de komende jaren een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het tegengaan van netcongestie’, stelt Hermans. ‘Netbeheerders werken aan de doorontwikkeling van de contractvormen, en het instrumentarium van congestiemanagement wordt in samenwerking met de ACM aangescherpt. Deelname voor bedrijven moet begrijpelijker en aantrekkelijker worden, zodat het instrument effectiever kan worden ingezet.’

Technische ingrepen
TenneT, Stedin en Liander hebben onderzocht hoe onderdelen van het net tijdelijk zwaarder belast kunnen worden. Hierover wordt intensief afgestemd met partijen als ProRail en Gasunie. Daarnaast is in de verbinding tussen Breukelen en Lelystad een tijdelijke schakelstand gerealiseerd, waarmee stroom op piekmomenten kan worden omgeleid. Deze technische ingrepen kunnen naar verwachting circa 90 megawatt aan extra congestieverlichting opleveren.

Perspectief wachtlijsten
Uitgaande van de huidige prognoses ontstaat er in de Flevopolder en Gelderland naar verwachting vanaf 2030 ruimte om vrijgemaakte transportcapaciteit lokaal gecontroleerd vrij te geven aan partijen op de wachtrij. Dit moet volgens de minister echter zorgvuldig gebeuren, omdat in Utrecht de knelpunten juist oplopen en de netten in de 3 provincies met elkaar verbonden zijn.

De ervaringen die in de FGU-regio worden opgedaan, kunnen wat Hermans betreft daarnaast ook nationaal worden benut. Het actualiseren en verfijnen van prognoses kan mogelijk ook in andere gebieden perspectief bieden voor nieuwe aansluitingen. Evenzo kunnen ervaringen met maatregelen als congestiemanagementcontracten, flexibele opwek en slim laden ook buiten de regio worden toegepast.

Netbeheerders zien perspectief, maar blijven kritisch

Liander ziet vanaf 2030 weer enige ruimte ontstaan op het hoogspanningsnet in Gelderland en de Flevopolder. Volgens directeur Klant en Ontwerp Huibert Baud biedt dit perspectief voor klanten en de energietransitie in deze regio’s: ‘We blijven ons inzetten om stap voor stap meer ruimte te creëren, zodat we steeds meer klanten kunnen aansluiten. Tegelijkertijd realiseren we ons dat de onzekerheid nog niet weg is. We blijven ons inzetten om stap voor stap meer ruimte te creëren, zodat we steeds meer klanten kunnen aansluiten en ondersteunen in hun ambities.’ De netbeheerder benadrukt dat nog niet duidelijk is hoeveel ruimte er daadwerkelijk beschikbaar komt; TenneT moet hiervoor eerst berekeningen uitvoeren.

Stedin waarschuwt dat de situatie in Utrecht nijpend blijft. Regiodirecteur Warmold ten Zijthoff meldt dat vanaf 2026 tijdelijke gasgeneratoren worden ingezet en warmtekrachtcentrales langer openblijven. Vandaag de dag sluiten de netbeheerders alle aanvragen voor kleinverbruik aan, zoals die van consumenten, nieuwe woningen en laadpalen. Wanneer de realisatie van maatregelen achterblijft, kunnen echter ook voor hen wachtlijsten ontstaan. De vertraging van een cruciale netuitbreiding – van 2029 naar 2033-2035 – betekent namelijk dat er mogelijk ‘pauzemomenten’ komen voor kleinverbruikers.

Ten Zijthoff sluit af: ‘Om dit soort pauzemomenten voor te blijven, zijn de maatregelen zowel op de korte als op de lange termijn onverminderd hard nodig. We doen hierbij een beroep op alle partners met wie we samenwerken. Ook consumenten kunnen bijdragen door op piekmomenten, waar mogelijk, hun stroomgebruik uit te stellen, met name tussen 16.00 en 21.00 uur in de winter.’

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten