‘Het normeren van zon op dak en objecten is een wens van dit kabinet, maar is geen licht middel en dient zorgvuldig en gericht te worden toegepast’, schrijft minister Jetten voor Klimaat en Energie in zijn Zonnebrief aan de Tweede Kamer. Desondanks ligt normering voor nieuwbouw volgens hem voor de hand. ‘Bij bestaande bouw kan dit anders liggen.’
Volledige dakoppervlak
Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zal de Tweede Kamer binnenkort informeren over het Beleidsprogramma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. Daarin staan meerdere voorstellen voor het verplichten van de uitrol van zonnepanelen op daken.
‘Deze betreffen voor een groot deel implementatie van Europese regelgeving zoals de richtlijn energieprestatie (EPBD) en de richtlijn hernieuwbare energie (RED)’, duidt Jetten. ‘Daarin zijn eisen opgenomen voor onder andere hernieuwbare energie bij nieuwbouw (BENG) en eisen voor hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie. Deze eisen betreffen onder andere een minimumwaarde voor het aandeel hernieuwbare energie dat een bouwwerk heeft. Dit kan worden ingevuld op verschillende manieren, waaronder met zonnestroom en zonthermie. Deze eisen zijn gekoppeld aan het energiegebruik van het bouwwerk. Dit kan betekenen dat er wel zonnepanelen worden geïnstalleerd, maar dat hierbij niet het hele dakoppervlak benut wordt (of dat er voor andere vormen van hernieuwbare energie worden gekozen). Het kabinet wil kijken of er met aanvullende normering verder kan worden gegaan en kan worden gestuurd op betere benutting van het (volledige) dakoppervlak.’
Voor de verschillende normeringen kijkt het kabinet niet alleen naar aanpassing van het Bouwbesluit 2012 (red. onder de Omgevingswet die per 1 januari 2023 van kracht wordt het Besluit Bouwwerken leefomgeving (Bbl)), het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Utiliteitsbouw
Meer specifiek wil het kabinet vanaf 2025 nieuwe utiliteitsgebouwen met een dakoppervlak groter dan 250 vierkante meter een verplichting opleggen om het volledige dak te gebruiken of laten gebruiken voor de opwek van hernieuwbare energie. Zonne-energie – al dan niet zonnepanelen, pvt-panelen of zonnecollectoren – is daarbij een van de opties.
‘Met deze verplichting wordt dan ook geregeld dat de constructieve eisen aan gebouwen in den brede worden aangepast en dat alle utiliteitsgebouwen “solar prepared” worden opgeleverd, waarbij voor de constructieve sterkte uitgegaan wordt van volledige benutting van het dak’, aldus de minister. ‘Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat bij gebouwen waar zon op dak bij oplevering niet mogelijk is, bijvoorbeeld door netcongestie, dit op een later moment wel kan worden gerealiseerd, omdat het dak dan in ieder geval al op de juiste wijze is geconstrueerd.’
Aanscherping BENG-eisen
Voor de overige utiliteitsgebouwen met een dakoppervlak van minder dan 250 vierkante meter en voor de nieuwbouw van woningen kijkt het kabinet naar verdere aanscherping van de BENG-eisen. Voor ingrijpende renovatie wordt tevens gekeken naar de mogelijkheden om de eis voor hernieuwbare energie verder aan te scherpen. Voor beide zaken is 2025 de streefdatum voor inwerkingtreding.
De minister meldt verder dat het kabinet het initiatiefrecht van huurders wil uitbreiden, zodat onder andere ook zonnepanelen daaronder komen te vallen. Hiermee zouden ook in de particuliere huursector meer zonnepanelen op dak gerealiseerd kunnen worden. Dan zijn er nog de bestaande koopwoningen met een eigen dak, maar daarvoor ziet het kabinet momenteel geen noodzaak tot aanvullende normering.
Bestaande bouw
Normeren in de bestaande bouw is in de regel sowieso complexer dan bij nieuwbouw omdat hierbij sprake is van een bestaande eigendomssituatie. ‘Er moet een voldoende zwaarwegend belang zijn om in te grijpen in het eigendomsrecht en dit moet ook in goede balans zijn met de technische, functionele en economische haalbaarheid van de aan te leggen zonnepanelen’, duidt Jetten. ‘Dit betekent bijvoorbeeld dat de installatie kan worden aangesloten op het elektriciteitsnet en dat het mogelijk is om de investering binnen een acceptabele tijd terug te verdienen. Bij het introduceren van landelijke verplichtingen moet ook goed gekeken worden naar de handhaafbaarheid/uitvoerbaarheid door gemeenten.’
Het kabinet is voornemens om voor de utiliteitsbouw de regels aan te scherpen. Via het Besluit bouwwerken leefomgeving, onderdeel van de Omgevingswet die per 2023 van kracht wordt, werd eerder al besloten de uitrol van zonnepanelen op industriegebouwen te verplichten. Het kabinet wil de voorgestelde maatwerkbevoegdheid voor gemeenten om hernieuwbare energie op dak te kunnen verplichten bij industriefuncties verbreden naar alle utiliteitsbouw en daarbij volledige benutting van het dak voor zonnepanelen verplichten bij daken met een oppervlakte van 250 vierkante meter of groter. De streefdatum voor inwerkingtreding van deze maatregel is 2024.
Energiebesparingsplicht
Eind vorig jaar meldde het kabinet al de energiebesparingsplicht en informatieplicht voor bedrijven te willen wijzigen, zodat zonnepanelen verplicht worden als ze een maximale terugverdientijd van 5 jaar hebben.
Minister Jetten zal de Tweede Kamer nog voor de zomer informeren over de actualisatie van de onderliggende Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing (EML).
Uitvoeringstrategieën Zon op Dak
Naast het verplichten van zonnepanelen wil het kabinet ook ‘faalfactoren’ gaan wegnemen die de uitrol van zonnepanelen op daken belemmeren. Minister Jetten refereert daarbij aan het adviesrapport ‘Bouwstenen versnellingsprogramma zon op dak’ dat opgesteld is de TKI Urban Energy en adviesbureau Berenschot. ‘De TKI Urban Energy constateert dat het voortzetten van het huidige tempo van zon op dak niet met één maatregel kan worden gerealiseerd, maar dat zich van de initiatie tot en met de realisatie faalfactoren voordoen die succesvolle toepassing van zon op dak in de weg kunnen staan’, aldus de minister.
Het kabinet wil samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de waterschappen aan de 30 energieregio’s die een Regionale Energie Strategie (RES) hebben opgesteld om hun huidige RES 1.0 – voor zover dit nog niet is gebeurd – te vertalen in regionale Uitvoeringstrategieën Zon op Dak op het niveau van gemeente of regio. Jetten: ‘Hiermee kunnen, afhankelijk van de regionale situatie, eigenaren gericht worden benaderd om hun dak of object beschikbaar te stellen voor zonnepanelen.’
Over de financiering van het opstellen van de uitvoeringsstrategieën door gemeenten, moet nog besluitvorming plaatsvinden.
Constructieve aanpassingen vergoedingen
Het kabinet is verder voornemens om te stimuleren dat zonnepanelen kunnen worden geplaatst op daken die constructief niet geschikt zijn. Hierbij denkt de minister aan het deels vergoeden van de meerkosten voor constructieve aanpassingen van het dak of de meerkosten voor het toepassen van lichtgewicht zonnepanelen. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om deze regeling te financieren vanuit het Klimaatfonds. Jetten hierover: ‘Uit cijfers van de TKI Urban Energy blijkt dat ongeveer 60 procent van de grote daken draagkrachtproblemen heeft. Het grootste deel hiervan, 45 procent van het totale aantal grote daken, kan met relatief kleine investeringen alsnog worden benut voor zon-pv. De TKI Urban Energy schat in dat met 15 euro per vierkante meter, waarvan 10 euro per vierkante mter subsidie, toepassing van zon-pv voor deze grote groep daken haalbaar wordt.’
Om verdere vrijval van SDE-beschikkingen waar daken constructief niet geschikt blijken zoveel mogelijk af te remmen, wil het kabinet nagaan of een dergelijke regeling ook beschikbaar kan worden gesteld aan projecten die eerder al een beschikking hebben ontvangen. Het kabinet zal een start maken met de uitwerking van deze regeling en de Tweede Kamer voor het eind van het jaar informeren over de stand van zaken.
Nieuw onderzoek verzekerbaarheid
Een andere belangrijke factor waar het kabinet naar kijkt, is de verzekerbaarheid. ‘Door verzekeringsmaatschappijen worden zonnestroomdaken als een vergroot brandrisico gezien’, stelt Jetten. ‘Er is echter niet genoeg data beschikbaar om dit te onderbouwen. Daarom worden er 2 onderzoeken uitgevoerd, gericht op het vergroten van kennis over de brandveiligheid bij pv-systemen om zo zekerheid en vertrouwen bij verzekeraars te vergroten. Het eerste onderzoek, uitgevoerd door een NEN-werkgroep, betreft de brandveiligheid van verschillende isoleermaterialen. Het tweede onderzoek is een samenwerking tussen TNO, het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV, red. Instituut Fysiek Veiligheid) en NEN en richt zich op het vergroten van de kennis over de brandveiligheid van zonnestroomsystemen op bedrijfsgebouwen en het verzamelen van statistische gegevens met als doel om het risico in kaart te brengen. Het kabinet verwacht op basis van de resultaten van deze onderzoeken een grotere bereidwilligheid om te verzekeren.’
Zonnepanelen op overheidsdaken In het programma Zon op Rijksdaken werkt het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) aan het programmatisch uitvoeren van zon-op-dakprojecten op rijkskantoren, gebouwen van Defensie en gebouwen van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Hiervoor werd in de laatste rijksbegroting al 140 miljoen euro gereserveerd, waarvan 70 miljoen euro in de vorm van een lening die wordt betaald met de opbrengst van de zonnepanelen. Waar mogelijk, worden de daken volledig benut en wordt de stroom zo veel mogelijk door het Rijk zelf verbruikt. Eén van de gebouwen is het hoofdkantoor van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het kabinet zet erop in dat een gedeeltelijke renovatie van dit dak wordt gecombineerd met plaatsing van zonnepanelen. De werkzaamheden hiervoor starten in het najaar van 2023 en de verwachting is dat dit dak in het najaar van 2024 grotendeels bedekt is met zonnepanelen. Samen met de medeoverheden is verder het streven afgesproken om in 2030 80 procent van de geschikte overheidsdaken te benutten voor een tweede functie. Om deze ambitie te halen, hanteert het kabinet voor de eigen gebouwen een ‘ja tenzij-principe’. Dit betekent dat de gebruikers van de Rijksgebouwen in principe instemmen met zonnepanelen op hun dak, tenzij dit aantoonbaar een negatief effect heeft op de primaire processen van de gebruiker. |
Holland Solar: ‘Nederland loopt voor op plannen Europese Commissie’‘Met de keuze om vanaf 2025 voor alle nieuwe utiliteitsgebouwen de verplichte installatie van zonnepanelen in te voeren, wordt Nederland een van de Europese voorlopers. Met de uitvoeringstrategieën voor zon op dak komt er bovendien een goed tussenstation om de komst van zonnepanelen op een nette manier te regelen. Want het verplichten van zonnepanelen is en blijft natuurlijk een laatste redmiddel.’ Dat stelt Nold Jaeger, senior beleidsmedewerker bij Holland Solar. Met het invoeren van de verplichting geeft de minister volgens Jaeger een duidelijk signaal dat alle daken van nieuwbouw vollédig bedekt moeten worden met zonnepanelen. ‘Dat is essentieel voor alle betrokken partijen. Voor de zonne-energiesector geeft het zekerheid over de te verwachten vraag en ook voor netbeheerders schept het duidelijkheid. Zij kunnen straks al voor de bouw van een nieuw pand de goede stroomkabel neerleggen en hoeven niet langer achteraf netverzwaringen uit te voeren.’ Jaeger is ook blij met aandacht voor de uitvoeringsstrategieën zon op dak door gemeenten. ‘Door de gemeenten te ondersteunen met kennis en capaciteit, kunnen gebouweigenaren in de eerste plaats geadviseerd worden in plaats van dat ze tot zaken verplicht worden.’ Ook Holland Solar beseft volgens Jaeger namelijk dat het verplichten van zonnepanelen bij bestaande bouw een lastige kaart is. ‘Het is in dat perspectief fijn dat de minister aangeeft dat zonnepanelen definitief onder de energiebesparingsplicht gaan vallen. Tegelijkertijd is de praktische invulling sterk afhankelijk van onderliggende berekeningen en de handhaving van de energiebesparingsplicht. De Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) heeft deze maand een onderzoek gepresenteerd dat aantoont dat Nederland bij betere handhaving veel sneller van het Russisch gas af kan.’ De ambitie om een dakversterkingssubsidie in het leven te roepen, juicht Holland Solar eveneens toe. Jaeger: ‘Het mooie is dat de minister dit voornemen techniekneutraal wil vormgeven. Ontwikkelaars en gebouweigenaren kunnen straks zelfs kiezen of ze geld willen gebruiken om het dak te versterken of voor lichtgewichtzonnepanelen te kiezen. Het is daarmee een maatregel die de markt helpt in plaats van verstoord, en er daarmee serieuze hoeveelheden extra zonnepanelen op daken neergelegd kunnen worden.’ |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.