De Autoriteit Consument & Markt (ACM) presenteerde half februari op verzoek van de Nederlandse netbeheerders een voorstel om de eisen van de overspanningsbeveiliging van elektriciteitsproductie-eenheden in de Netcode elektriciteit te wijzigen. Die wens kwam voort uit het feit dat netbeheerders een toenemend aantal klachten ontvangen van consumenten met zonnepanelen bij wie de omvormers uitvallen. Naar schatting zou dat probleem voorkomen bij 1 op de 20 zonnepaneeleigenaren.
264,5 volt
Het Nederlandse laagspanningsnet waarop consumenten zijn aangesloten, heeft een spanningsniveau van 230 volt en de spanning mag maximaal 10 procent afwijken. Om te voorkomen dat apparatuur niet of slecht werkt, moet elk aansluitpunt in het laagspanningsnet daarom een spanning hebben tussen de 207 en 253 volt.
Met een lagere spanning werken bepaalde apparaten namelijk niet meer naar behoren, en met een hogere spanning kunnen ze kapotgaan. Om die reden schakelt een omvormer van zonnepanelen zichzelf uit als de netspanning boven de 253 volt dreigt te komen.
Voorstel intrekken
De ACM heeft nu voorgesteld om het maximale spanningsniveau te verhogen van 253 naar 264,5 volt, door de drempelwaarde voor de overspanningsbeveiliging te verhogen van 110 naar 115 procent. Dat is echter tegen het zere been van de Federatie Elektrotechniek (Fedet) die stelt dat de uitvoerbaarheid en de veiligheid door de toezichthouder onvoldoende zijn onderzocht.
De organisatie verzoekt de ACM daarom het codewijzigingsvoorstel in te trekken en met een nieuw voorstel te komen dat uitvoerbaar en veilig is, maar ook met de stakeholders besproken is.
Elektronica eerder stuk
Fedet-directeur Anne-Jaap Deinum wijst in zijn brief aan de ACM op het risico van uitval van elektronica en componenten in de meterkast als het huidige voorstel tóch doorgevoerd wordt. ‘Alle elektrische componenten in de meterkast zijn getest op de maximale spanning van 253 volt en elektronica wordt met inachtneming van deze maximale spanning ontworpen. Hierdoor kan zowel de veiligheid alsook de levensduur van apparatuur gegarandeerd worden.’
Fedet vreest dat bij het ophogen van de spanning elektronica eerder stuk zal gaan. ‘Het is niet evident dat componenten in de meterkast niet meer zullen werken, maar ook niet dat ze wél zullen werken’, aldus Deinum. ‘Er wordt simpelweg niet getest met spanningen boven de 253 volt.’
No-go area
Ook juridisch gezien is elke spanning boven de 253 volt volgens de Fedet-voorman een no-go area. ‘Alle garanties op de componenten in de meterkast vervallen dan. Het wijzigen van de maximale spanning kan binnen de Europese Low Voltage Directive niet gedaan worden zonder een risico-inventarisatie.’
Fedet wil om die reden de risico-inventarisatie van de ACM inzien en in het bijzonder de aspecten op het gebied van brandgevaar.
Zorgen over omvormers
De Fedet schrijft in de brief aan de ACM ook zorgen te hebben over reeds geïnstalleerde omvormers voor zonnepanelen. ‘Een groot deel is niet verbonden met het internet en het deel dat wel verbonden is, kan niet zomaar aangepast worden aan de spanningsnorm zoals deze nu voorzien wordt in de te wijzigen Netcode Elektriciteit’, duidt Deinum. ‘Met andere woorden: het, ogenschijnlijke, hoofddoel van de voorziene Netcodewijziging – het verminderen van uitvallende omvormers bij consumenten – wordt zonder verdere aanpassingen niet bereikt.
Een mogelijke optie die de Fedet ziet, is het wijzigen van de landinstelling op de omvormer. ‘Wellicht zijn er al landen die deze spanningsgrens wel hanteren. Dit zou nader uitgezocht moeten worden. Het is onbekend of bij deze optie werkelijk alle instellingen van een omvormer conform de Nederlandse Netcode zijn. Dit betekent concreet dat elke al geïnstalleerde omvormer handmatig voorzien moet worden van de nieuwe instellingen om een verschil in afschakelspanning binnen hetzelfde netvlak te voorkomen.’
Salderen
Omdat het onmogelijk is om alle omvormers exact tegelijk van nieuwe firmware te voorzien, verwacht de Fedet dat dit op zijn minst een forse periode – de periode tussen het moment van aanpassen van de eerste omvormer en het moment van aanpassen van de laatste omvormer in het betreffende netvlak – van willekeur met zich meebrengt. ‘Consumenten die hun omvormer al aangepast hebben, kunnen blijven invoeden – en dus salderen – terwijl consumenten die langer moeten wachten op een afspraak met de installateur dat nog niet kunnen’, duidt Deinum. ‘Dit soort willekeur en ongelijkheid kan het vertrouwen van de consument in de markt en de regulering aantasten.’
Door de krapte op de arbeidsmarkt zal de periode van ongelijkheid tussen consumenten volgens Deinum sowieso lang duren. ‘Aangenomen dat er 2 miljoen omvormers van kleinverbruikers omgezet moeten worden, is dat bij 8 omvormers per dag en 250 werkbare dagen per jaar 1.000 manjaar.’
Andere oplossing
De Fedet stelt zich echter ook constructief op, want in zijn brief komt Deinum met een alternatieve oplossing: het terugleververmogen van zonnepaneelinstallaties progressief afbouwen als de spanningslimiet in beeld komt.
Deinum: ‘Deze “voltage droop control” zit standaard al in veel omvormers en kan wel extern aangezet worden, mits de omvormer verbonden is met het internet.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.