logo
© Martijn Beekman
© Martijn Beekman
19 september 2024

Nog geen geld van Klimaatfonds voor zonnepanelen op gebouwen en huurwoningen

Minister Hermans schrijft in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 dat er nog geen geld uit het Klimaatfonds toegekend wordt voor aanvullende inzet voor zonne-energie op gebouwen en zonnepanelen op huurwoningen.

Een deel van de maatregelen die onderdeel zijn van het klimaat- en energiebeleid van het kabinet ontvangt middelen uit het Klimaatfonds. Afgelopen april presenteerde toenmalig minister Jetten het ontwerp-Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds. Minister Hermans heeft nu de definitieve versie gepresenteerd.

Elektrificatie stimuleren
In dat ontwerp-Meerjarenprogramma 2025 was 100 miljoen euro gereserveerd voor de uitrol van zonnepanelen op huurwoningen en 222,5 miljoen euro voor de aanvullende inzet van zonne-energie op gebouwen.

‘Een aantal maatregelen die in de conceptbeoordeling positief waren beoordeeld, is naar aanleiding van de reflecties niet opgenomen in de definitieve beoordeling’, licht minister Hermans van Klimaat en Groene Groei toe. ‘Dit geldt voor de reservering voor het fieldlab flexibilisering regionale en spoorse energievoorziening en voor aanvullende inzet voor zonne-energie op gebouwen. Het fieldlab heeft een verdere uitwerking nodig met betrekking tot de oplossingsrichtingen. Voor de aanvullende inzet voor zonne-energie op gebouwen geldt dat de vormgeving van het instrument nog niet was afgerond en adviseerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) om eerst het gebruik van elektriciteit door elektrificatie te stimuleren, gezien het huidige overaanbod van elektriciteit uit zon-pv.’

Alsnog gesneuveld
Naar aanleiding van de politieke besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2024 was de aanvullende inzet voor zonne-energie op gebouwen juist nog wel opgenomen in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025, maar in de definitieve versie is de maatregel uitgesteld. Wel staat er nog een toekomstige reservering van 150 miljoen euro.

De beoogde maatregel is een aanvullende subsidie om zonnestroomprojecten te realiseren die multifunctioneel zijn in ruimtegebruik: op daken, in combinatie met substantiële agrarische activiteiten (red. agri-pv) en boven parkeerplaatsen. De eerste deelmaatregel betreft het stimuleren van zon op grote daken, bijvoorbeeld investeringen in de draagconstructie en lichtgewicht zonnepanelen. De tweede en derde deelmaatregelen zijn het financieren van een verhoogde stellage voor zonnepanelen boven de grond en op zonnepanelen die een lager rendement kennen, omdat deze voor de functie op landbouwgrond meer licht moeten doorlaten.

Omdat de maatregel nog verder moet worden uitgewerkt en de uitvoeringstoets nog moet plaatsvinden en er nog onderzoek naar normering loopt, is deze nog niet definitief opgenomen in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025. Wel is dus 150 miljoen euro gereserveerd voor uitvoering in het kalenderjaar 2026 en zal de maatregel de komende periode verder uitgewerkt worden.

Zonnepanelen huurwoningen
Minister Hermans heeft bovendien besloten om zoals verwacht de 100 miljoen euro die gereserveerd was voor de uitrol van zonnepanelen op huurwoningen, te schrappen uit het Klimaatfonds. Toenmalig minister Jetten stelde vorig jaar al dat het geld alleen beschikbaar zou komen als het parlement zou instemmen met de afbouw van de salderingsregeling.

De maatregel had als beoogd doel om een tijdelijke subsidie in te stellen voor woningcorporaties en particuliere verhuurders in het gereguleerde segment. Met de subsidie zouden de netto-investeringskosten voor zonnepanelen verlaagd worden. Omdat de Eerste Kamer tegen de afbouw van het salderen heeft gestemd – en omdat het PBL en TNO vraagtekens zetten bij de wenselijkheid van de maatregel – heeft minister Hermans deze definitief geschrapt.

TNO kritisch
TNO heeft op verzoek van minister Hermans een sociaal-economische reflectie gemaakt van de Klimaatfondsvoorstellen uit het Meerjarenprogramma 2025. Daarin kraakt de kennisinstelling ook een kritische noot over de uitrol van zonnepanelen op huurwoningen. ‘Zonnepanelen in de huursector zouden bij voorkeur niet via subsidie gestimuleerd moeten worden, maar via een indirecte normering zoals maximale huur afhankelijk van zonnepanelen, wat een aanpassing van huurregelgeving vereist’, aldus TNO. ‘Daarbij moet dan wel voorkomen worden dat de uitfasering van E-, F-, en G-labels niet wordt gerealiseerd met zonnepanelen in plaats van na-isolatie.’

In de reflectie stelt TNO verder dat batterijen bij zonneparken een dure oplossing zijn in verhouding tot alternatieve opties, zoals flexibilisering van de elektriciteitsvraag.

Achterblijvende vraag
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat eveneens een reflectie heeft geschreven op de voorstellen voor de inzet van middelen uit het Klimaatfonds in het Meerjarenprogramma 2025, heeft vooral problemen met de achterblijvende vraag naar duurzame energie.

‘In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) wordt aangestuurd op maximalisatie van energieaanbod en decentrale opwek nabij gebruikers’, schrijven de PBL-onderzoekers. ‘Voor zon-pv betekent dat maximaal bijna een verachtvoudiging van het huidig areaal aan zon-pv – van 23 gigawattpiek nu naar 173 gigawattpiek in 2050. Het PBL onderschrijft dat voor klimaatneutraliteit in 2050 het aanbod van zon-pv nog fors moet toenemen, maar plaatst kanttekeningen bij de timing van de voorgestelde maatregel – subsidieperiode 2025 tot 2030. Gezien het huidige overaanbod van elektriciteit uit zon-pv lijkt het raadzaam eerst, of: ook, het gebruik van elektriciteit door elektrificatie te stimuleren.’

Ook is volgens het PBL voldoende uitbreiding van het elektriciteitsnet een randvoorwaarde voor het stimuleren van extra zon-pv om netcongestie te voorkomen.

Inzicht in elektriciteitsverbruik
Een maatregel die wel opgenomen is in het definitieve Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 is ‘Demand Side Response (DSR) in eindgebruikerssectoren’. De maatregel, waarvoor 9 miljoen euro is gereserveerd maar nog niet definitief toegekend, gaat over het programma verlaging piekvraag naar elektriciteit van consumenten in de gebouwde omgeving.

Consumenten moeten daarbij inzicht krijgen in hun elektriciteitsverbruik en geholpen worden het stroomverbruik te verlagen op piekmomenten. De maatregel wordt momenteel uitgewerkt in het kader van het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN). Omdat het belang van de maatregel helder is, handhaaft de minister de reservering.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten