De Amerikaanse handelscommissie International Trade Commission (ITC) heeft unaniem een definitieve uitspraak gedaan in de handelszaak. Alle commissieleden vinden dat Amerikaanse fabrikanten daadwerkelijk schade ondervinden van de massale import van kristallijne silicium- zonnecellen uit Cambodja, Maleisië, Thailand en Vietnam.
Torenhoge importheffingen
De unanieme uitspraak zorgt ervoor dat het Amerikaanse ministerie van Handel nu daadwerkelijk hoge anti-dumpingtarieven en compenserende rechten kan opleggen op de import van zonnecellen. Het ministerie had de komst van de heffingen afgelopen maand al aangekondigd.
De importheffingen treden medio juni definitief in werking en worden binnen enkele weken geïnd door de Amerikaanse douane. Sinds het ministerie van Handel eind vorig jaar de voorlopige tarieven in deze zaken schetste, zijn importeurs uit de Zuidoost-Aziatische landen namelijk onderworpen aan vereisten om contante deposito’s in te dienen of borgstellingen te plaatsen. Nu de ITC haar definitieve beslissing heeft genomen, zal de Amerikaanse douane binnen enkele weken definitieve importrechten gaan innen.
Duizenden procenten
Het ministerie van Handel stelde in april de definitieve tariefpercentages vast, die oplopen tot enkele duizenden procenten. Voor Cambodja gelden anti-dumpingtarieven van 125,37 procent en compenserende rechten van maar liefst 3.403,96 procent. Maleisië krijgt te maken met tarieven van 81,24 procent en 168,80 procent.
Thailand moet rekenen op anti-dumpingtarieven van 202,90 procent en compenserende rechten van 799,55 procent. Vietnam krijgt tarieven van 271,28 procent en 542,64 procent opgelegd. Deze percentages zijn zo hoog omdat het ministerie van Handel voor het eerst zogenaamde transnationale subsidiëring heeft vastgesteld: Chinese overheidssteun aan Chinese fabrikanten die opereren in deze 4 Zuidoost-Aziatische landen.
Jarenlang kat-en-muisspel
De handelsoorlog tussen Amerika en China heeft al jarenlang geleid tot verschillende importheffingen op Chinese zonnepanelen. Dit is inmiddels de 13e handelszaak die de Amerikaanse pv-industrie heeft aangespannen tegen wat zij beschouwt als oneerlijke handel van Chinese bedrijven.
Telkens wanneer Chinese fabrikanten hun productie verplaatsen van de ene naar de andere regio om blootstelling aan Amerikaanse invoerrechten te vermijden, wendt de Amerikaanse industrie zich in het jarenlange kat-en-muisspel tot de overheid.
Industrie verdeeld
De handelszaak werd vorig jaar aangespannen door de American Alliance for Solar Manufacturing Committee (AASMTC), bestaande uit binnenlandse producenten zoals First Solar, Mission Solar en het Zuid-Koreaanse Hanwha Qcells. De alliantie heeft een dubbele strategie gevolgd: het vaststellen en handhaven van beperkingen op oneerlijke handelspraktijken én het verkrijgen van stabiele belastingvoordelen voor nieuwe investeringen in Amerikaanse productie.
Tim Brightbill, hoofdadvocaat van de alliantie, noemde de USITC-stemming ‘een beslissende overwinning voor binnenlandse producenten’. ‘Deze stemming laat geen twijfel bestaan: deze Chinese bedrijven hebben de handelswetten geschonden door de Amerikaanse markt te overspoelen met oneerlijk goedkope, gedumpte en gesubsidieerde zonnepanelen – en ze blijven dit doen vanuit derdelandenmarkten over de hele wereld, waarmee ze de Amerikaanse industriestrategie ondermijnen en nieuwe investeringen afremmen. Dit kan niet zo blijven. Onze groeiende Amerikaanse industrie verdient - en zal nu krijgen - de kans om eerlijk te concurreren.’
Zorgen over kosten
Aan de andere kant van het debat staat de Solar Energy Industries Association (SEIA), de grootste belangenorganisatie van de Amerikaanse zonne-energiesector. Voorzitter Abigail Ross Hopper uitte haar zorgen over de economische gevolgen van de importtarieven.
‘De beslissing van de Amerikaanse handelscommissie is zorgwekkend voor Amerikaanse zonnepanelenfabrikanten en de bredere Amerikaanse zonne-industrie’, aldus Hopper. ‘De definitieve vaststelling van schade door de USITC voegt een extra laag tarieven toe die de kosten zal verhogen voor de zonne-energieproducten die Amerikaanse bedrijven nodig hebben om projecten te bouwen en de binnenlandse productie uit te breiden.’
Hopper benadrukte dat de Amerikaanse productie van zonnecellen momenteel voor het eerst in jaren groeit, maar nog niet op de schaal die nodig is om aan de vraag te voldoen. ‘Deze beslissing schaadt vooral Amerikaanse zonnepaneelfabrikanten die afhankelijk zijn van toegang tot geïmporteerde zonnecellen terwijl we de binnenlandse productiecapaciteit voor zonnecellen opschalen. Het in dit stadium opleggen van extra tarieven op zonnecelimport riskeert vooruitgang te verstoren en de industrie die ze zouden moeten ondersteunen te ondermijnen.’
In de mei 2025-editie van Solar Magazine is er aandacht voor de potentie van de Nederlandse daken die nog géén zonnepanelen hebben, de Europese overstap op kwartierprijzen en perovskietzonnecellen.