Energielabels voor gebouwen krijgen complete metamorfose in 2030

Dit blijkt uit de plannen die demissionair minister Keijzer heeft gepresenteerd voor de nationale implementatie van de Europese richtlijn voor energieprestatie van gebouwen (EPBD IV).

Nieuwe indicator
Het nieuwe energielabel wordt gebaseerd op een andere indicator die voor alle EU-lidstaten gelijk is: het totaal primair energiegebruik. Vergeleken met de huidige indicator – het primair fossiel energiegebruik – wordt hiermee duidelijker hoeveel energie een gebouw in totaal nodig heeft.

Bij de nieuwe methodiek tellen naast fossiele energiebronnen ook hernieuwbare energiebronnen mee in de berekening.

Betere berekening
Tegelijk met de nieuwe labelindeling komt er een gemoderniseerde methode om het energielabel te bepalen. Deze geeft een realistischer beeld van het werkelijke energieverbruik en de energieprestatie van een gebouw.

De nieuwe bepalingsmethode vervangt in 2030 de huidige Nederlandse Technische Afspraak (NTA 8800) en zal nauwkeuriger worden door het gemiddeld gebruik van gebouwen beter in kaart te brengen.

ZEB-niveau zichtbaar
Een belangrijke innovatie is dat op het nieuwe energielabel vanaf 2030 ook wordt vermeld of een gebouw voldoet aan het Zero Emission Building (ZEB)-niveau voor 2050. Dit geeft gebouweigenaren direct duidelijkheid of hun gebouw al klaar is voor de toekomst.

2 gebouwen met dezelfde energielabelletter kunnen hierbij verschillen: het ene gebouw kan al aan het ZEB-niveau voldoen, terwijl het andere nog niet zo ver is.

Verbeterde methode
De gemoderniseerde bepalingsmethode verbetert volgens Keijzer de berekeningen op meerdere punten. Er wordt beter aangesloten bij het gemiddeld gebruik van gebouwen, het rendement van installaties wordt anders berekend, er wordt rekening gehouden met het klimaat in de komende jaren en variabelen in de methode worden opnieuw geijkt.

Ook wordt gekeken naar manieren om gebiedsgerichte maatregelen zoals warmtenetten beter mee te nemen in de energieprestatieberekeningen.

Beperkte wijzigingen
In 2026 verandert er al een beperkt aantal zaken voor het energielabel. Het belangrijkste is dat ook voor monumenten een energielabel nodig zal zijn bij verkoop of verhuur, omdat zij niet meer onder de uitzondering van de EPBD vallen.

De huidige klassenindeling van energielabels blijft echter tot 2030 bestaan, zoals toegestaan is voor lidstaten die hun klassenindeling na 2019 hebben herzien.

Bredere impact
De wijzigingen hebben ook gevolgen voor instrumenten zoals het Woningwaarderingsstelsel (WWS) en de leennormen voor hypotheken, die momenteel deels gebaseerd zijn op de energielabelletter. Bij de uitwerking van de gemoderniseerde bepalingsmethode in 2027 zal worden bezien met welke indicatoren moet worden gestuurd vanaf de invoering van het nieuwe energielabel in 2030.

‘De invoering van het nieuwe energielabel is een belangrijk onderdeel van onze weg naar een emissievrije gebouwde omgeving in 2050,’ besluit Keijzer. ‘Door het label te vereenvoudigen en tegelijk te verbeteren, maken we voor gebouweigenaren inzichtelijker hoe hun gebouw presteert en wat nodig is voor de toekomst.’