Aanpassingen van de energiebelasting op stroom hebben, zoals altijd, directe invloed op de mogelijkheid om te salderen en dus ook gevolgen voor de terugverdientijd van consumenten voor zonnepanelen.
9,16 eurocent
Het inmiddels demissionaire kabinet meldde afgelopen april bij de presentatie van de Voorjaarsnota komend kalenderjaar de energiebelasting te verlagen van 10,15 naar 9,13 eurocent per kilowattuur (exclusief btw, red. zie kader). Die verlaging was al iets lager dan het kabinet vorig jaar september op Prinsjesdag aankondigde. Destijds maakte het kabinet voor 2026 nog melding van een energiebelasting van 8,79 eurocent per kilowattuur. Daardoor mogen zonnepaneelbezitters in 2026 iets meer salderen.
In het vandaag op Prinsjesdag gepresenteerde Belastingplan 2026 blijkt de energiebelasting niet omlaag te gaan naar 9,13 maar naar 9,16 eurocent per kilowattuur.
Impact energiebelasting op salderen Volgens PwC’s onderzoek uit 2016 is ongeveer 80 procent van de zonnepaneelopbrengsten gekoppeld aan de hoogte van energiebelasting, ODE en btw. De PwC-onderzoekers concludeerden bijna 10 jaar geleden het volgende: ‘Veranderingen in deze belastingen beïnvloeden de businesscase van zonne-energieprojecten. De verlaging van energiebelasting op elektriciteit in 2016 verslechterde bijvoorbeeld de businesscase voor zonnepanelen.’ CE Delft kwam destijds tot dezelfde conclusie: een lagere energiebelasting op stroom maakt geproduceerde elektriciteit minder waardevol, waardoor de terugverdientijd van zonnepanelen toeneemt. |
Historische ontwikkeling
Dat komend kalenderjaar de terugverdientijd voor zonnepaneeleigenaren verandert door een wijziging van de energiebelasting, is niet de eerste keer in de geschiedenis. Zo werd in 2022 de energierekening gecompenseerd door de energiebelasting op stroom fors te verlagen naar 3,679 eurocent per kilowattuur. Dat benadeelde eigenaren van zonnepanelen flink. Een jaar pakte de wijziging van de energiebelasting echter juist gúnstig uit. Vanwege de invoering van een prijsplafond werd een verlaging van de energiebelasting geschrapt. Direct gevolg was dat de energiebelasting in de eerste schijf naar het hoogste niveau in meer dan 10 jaar tijd ging: 12,60 eurocent per kilowattuur. Gemiddeld werd de terugverdientijd van zonnepanelen daardoor 6 maanden korter.
De historische en toekomstige ontwikkeling van de energiebelasting op elektriciteit voor kleinverbruikers (red. voor de eerste 2 schijven tot en met 10.000 kilowattuur, exclusief btw) is in onderstaande grafiek te zien.
Noot: de in de grafiek vermelde tarieven voor de energiebelasting in de periode 2026-2030 zijn afkomstig uit het door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen Belastingplan 2025. Het Belastingplan 2026 moet nog voor het einde van het kalenderjaar door de Eerste en Tweede Kamer goedgekeurd worden.
De hoogte van de energiebelasting in 2026 De energiebelasting kent 4 schijven. De tarieven in de eerste en tweede schijven gas en elektriciteit zijn daarbij net als de afgelopen 2 jaar. De voor komend kalenderjaar in het Belastingplan 2026 gepresenteerde tarieven (red. exclusief btw) zijn als volgt:
|
De juni 2025-editie van Solar Magazine schenkt aandacht aan het installeren van zonnepanelen in oost-westopstellingen, verdienmodellen in het post-salderingstijdperk, agri-pv en offgrid pv-installaties.