Dat is de uitkomst van de onderhandelingen van het kabinet om het prijsplafond te herzien.
1,45 euro per kuub en 0,40 euro per kilowattuur
Vanaf 1 januari 2023 geldt een prijsplafond op energie voor alle huishoudens en andere kleinverbruikers. Voor gas wordt het maximale tarief 1,45 euro per kubieke meter tot een verbruik van 1.200 kuub. Voor elektriciteit wordt het maximale tarief verlaagd tot 0,40 euro per kilowattuur en het maximale verbruik verhoogd tot 2.900 kilowattuur.
Boven het prijsplafond betalen huishoudens en andere kleinverbruikers het tarief zoals dat vastgelegd is door hun energieleverancier in het energiecontract. Dit jaar nog ontvangen Nederlanders voor de maanden november en december daarbovenop een vaste korting op de energierekening van 190 euro per maand. Deze compensatie is voor alle kleinverbruikers hetzelfde en wordt verrekend via de energieleveranciers. Ook het prijsplafond geldt voor alle kleinverbruikers. Naast huishoudens gaat het om zzp’ers, winkels, verenigingen, kleine maatschappelijke organisaties en een deel van het kleine mkb. Het kabinet gaat daarnaast een gerichte compensatieregeling uitwerken voor het energie-intensieve mkb.
Warmtepomp
Op Prinsjesdag maakte het kabinet nog bekend te denken aan een veel hoger prijsplafond. Forse kritiek uit de Tweede Kamer heeft tot aanpassingen in de uitwerking geleid. Het maximumtarief voor elektriciteit is verlaagd van 70 naar 40 eurocent per kilowattuur en het elektriciteitsverbruik dat onder het prijsplafond valt, is verhoogd van 2.400 naar 2.900 kilowattuur.
Met deze invulling blijft volgens het kabinet de prikkel om energie te besparen bestaan en sluit het plafond beter aan bij huishoudens die verwarmen met een (hybride) warmtepomp en daardoor meer elektriciteit en minder gas gebruiken.
Warmtenetten
Ook huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet gaan profiteren van het prijsplafond. Het tarief wordt gekoppeld aan het prijsplafond voor gas en wordt 47,39 euro per gigajoule warmte (red. zie kader). Tot welk verbruik het prijsplafond geldt en de uitvoering van het plafond voor warmtenetten wordt de komende tijd verder uitgewerkt.
Omdat het prijsplafond niet goed aansluit bij huishoudens die gebruikmaken van blokverwarming, waarbij meerdere huishoudens achter één aansluiting zitten, onderzoekt het kabinet ook of er alternatieve mogelijkheden zijn om hen in dezelfde mate te ondersteunen.
Subsidie energieleveranciers
De energieleveranciers ontvangen een vergoeding voor het energieverbruik dat onder het plafond valt. Deze vergoeding wordt volledig ingezet om de energieprijzen voor de consument en andere kleinverbruikers te verlagen. Hierdoor komt de steun terecht bij de huishoudens en andere kleinverbruikers en voorkomt het kabinet dat energieleveranciers zelf in financiële problemen komen door de uitvoering van het plafond.
De totale kosten zijn afhankelijk van de ontwikkeling van de energieprijzen. Als de energieprijzen op een vergelijkbaar niveau blijven, worden de totale kosten van het prijsplafond en de tegemoetkoming in november en december geschat op zo’n 23,5 miljard euro.
Rekenvoorbeelden
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft 3 rekenvoorbeelden opgesteld die het financiële voordeel voor verschillende huishoudens inzichtelijk maken ten opzichte van de situatie zonder een prijsplafond in 2023.
Aantal bewoners en type woning |
Jaarlijks gasverbruik |
Jaarlijks stroomverbruik |
Financieel voordeel |
1 bewoner in oud klein appartement |
810 kubieke meter |
1.540 kilowattuur |
1.633 euro |
2(+) bewoners in oude kleine rijwoning |
1.210 kubieke meter |
2.780 kilowattuur |
2.593 euro |
2(+) bewoners in nieuwe middelgrote rijwoning |
1.070 kubieke meter |
3.250 kilowattuur |
2.460 euro |
ACM verwerkt prijsplafond gas in maximumtarieven voor warmteDe Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaat bij het vaststellen van het maximumtarief voor warmte zorgen dat huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet ook gaan profiteren van het prijsplafond. Het maximumtarief voor warmte wordt – tot aan nog te bepalen verbruiksgrens – gekoppeld aan het prijsplafond voor gas en wordt vastgesteld op 47,39 euro per gigajoule. In de Warmtewet is namelijk geregeld dat huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet voor hun verwarming niet méér hoeven te betalen dan ze anders met een gasgestookte verwarming zouden doen. Dit omdat huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet niet zelf kunnen kiezen van welke leverancier zij hun warmte afnemen. Om consumenten te beschermen tegen onredelijk hoge tarieven stelt de ACM jaarlijks de maximumtarieven voor warmte vast. Niet meer dan anders Manon Leijten, bestuurslid van de ACM, hierover: ‘Vanwege het “niet-meer-dan-anders”-principe van de Warmtewet moet er ook een prijsplafond komen voor warmte. Dat gaan we regelen door bij het vaststellen van de maximumtarieven rekening te houden met het prijsplafond voor gas.’ De ACM maakt de volumegrens en het maximumtarief voor gebruik boven die volumegrens in december 2022 bekend. |