De Eerste Kamer voerde tot dinsdagavond laat een bijna 8 uur durend debat over de Energiewet die afgelopen juni door de Tweede Kamer werd goedgekeurd. De Energiewet vervangt de huidige Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en bevat ook de uitwerking van afspraken uit het Klimaatakkoord. Of de nieuwe Energiewet er definitief komt, wordt komende week duidelijk als de Eerste Kamer stemt over de Energiewet.
Kritische vragen
De Energiewet lijkt het ook in de Eerste Kamer te gaan halen, omdat de meeste senatoren tijdens het debat aan hebben gegeven voor het samenvoegen van de 2 verouderde wetten te zijn, ondanks dat zij een aantal kritische vragen aan minister Hermans van Klimaat en Groene Groei stelden.
Tekke Panman van de BoerBurgerBeweging en Ferd Crone van GroenLinks-PvdA bleken net als afgelopen februari – toen de afbouwwet voor de salderingsregeling in de Eerste Kamer sneuvelde – de meest kritische Eerste Kamerleden te zijn. ‘De Energiewet voelt als een blanco cheque omdat veel zaken later worden geregeld, zonder verdere betrokkenheid van het parlement’, aldus Panman tijdens het debat. ‘Daarom willen we graag dat Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's) door de minister worden voorgehangen.’
Minister Hermans deed de toezegging dit te zullen doen. ‘Er komt straks 1 Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Die wordt naar beide Kamers gestuurd voor een voorhangprocedure in het eerste kwartaal van 2025. Er hangen ook 3 ministeriële regelingen onder de Energiewet, die ook gemaakt zullen worden in de komende periode. De wet zal in 1 keer in werking treden als die AMvB hier heeft voorgehangen en zodra de ministeriële regelingen ook klaar zijn. Ik hecht er echt veel waarde aan dat we nu deze stap zetten. En ja, we zullen in de komende jaren nog aanpassingen moeten doen. Daarmee zullen we de wet beter maken, daarmee zullen we de wet nog toekomstbestendiger maken. Maar laten we deze stap nu zetten zodat we vooruit kunnen en zodat ook onze wetgeving aansluit bij de transitie waar we in zitten.’
Standaardcontracten energiegemeenschappen
Ferd Crone (GroenLinks-PvdA) vroeg tijdens het debat aandacht voor energiegemeenschappen. ‘We hebben bij de Postcoderoosregeling ook gezien dat juist de grote energiebedrijven, die de administratie of andere dingen moesten doen, het veel te duur en te bureaucratisch hebben gemaakt. Ik vraag de minister: komt er nu bij de energiegemeenschappen wel ondersteuning van die grote bedrijven? Zijn er voldoende instrumenten bij de ACM om daar toezicht op te houden? Zorgt de minister ervoor dat dit geen showstopper wordt?’
De senator vroeg daarbij om net als modelcontracten voor burgers, ook dit soort contracten voor energiegemeenschappen te maken. ‘Misschien is het een goed idee om aan de minister of de ACM te vragen om modelcontracten te maken, in een setje van 5 standaardcontracten, waar energiegemeenschappen mee aan de gang kunnen. De kern moet dan een gelijke machtsverhouding zijn, in plaats van afhankelijkheid van de grote bedrijven.’
Actiecentrum
Tot slot vroeg Crone de minister of zij bereid is om een kenniscentrum of, beter nog, een actiecentrum op te richten. ‘Energiegemeenschappen vallen niet onder de vergunninghoudende leveranciers, dus ze kunnen gebruikmaken van het modelcontract en dit aanbieden, maar de wet verplicht hen daar niet toe’, aldus Hermans. ‘Ik vind dat persoonlijk ook niet passend. Daarmee vergroot je de drempel voor een energiegemeenschap, terwijl je zo'n energiegemeenschap juist de ruimte wil geven om zelf initiatief te kunnen nemen.’
‘Op dit moment wordt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een kennisfunctie netcongestie ingericht om bedrijven en medeoverheden mede te adviseren over mogelijke oplossingen en kansen’, antwoordde de minister. ‘Netbeheerders werken daarnaast aan een kennisplatform energiehubs, specifiek gericht op de uitwisseling van kennis over energiehubs. Ik zal kijken of en op welke wijze ik energie delen kan betrekken bij beide initiatieven, omdat mij dat logische plekken lijken waar je ook deze kennisfunctie kunt beleggen, maar ik wil dat wel even bespreken met RVO en de netbeheerders.’
Salderingsregeling
Lies van Aelst-den Uijl (SP) benadrukt in haar bijdrage dat het debat over de Energiewet niet los gezien kan worden van het aanstaande debat over de salderingsregeling. ‘Ook daar zien wij een vreemde verschuiving in de verdeling van lasten en lusten. Consumenten die de afgelopen jaren hard bezig zijn geweest om van het gas af te gaan en bezig waren met zonnestroom, lijken nu tegen een aantal heel stevige verslechteringen aan te lopen. Er wordt gezegd, als leidend principe: de kostenveroorzaker betaalt. Saldering verdwijnt mogelijk, waardoor zonnestroom minder opbrengt. Vooral voor de consument die zonnepanelen pas nu bij elkaar spaarde, en voor huurders is dat heel zuur. De vergoeding voor de opgewekte kilowatturen wordt zo laag dat het onaantrekkelijk wordt. De terugleverboete wordt niet verboden en doet de extreem lage terugleververgoeding teniet. Netbeheerders zijn aan het onderzoeken of de consument meer voor netbeheer moet gaan betalen bij een hoger verbruik of teruglevering. Een tweede boete dus: je hebt enerzijds al de terugleverboete en dan krijg je ook nog eens een boete van de netbeheerder.’
Van Aelst-Den Uijl vroeg zich hardop af in hoeverre de Energiewet gaat bijdragen aan het gelijktrekken van de kosten per kilowattuur of per kuub voor inwoners en bedrijven. ‘Want of nu een bedrijf of inwoner de energie verbruikt, de kosten voor netbeheer, transport en opwek zijn gelijk. Zoals het nu is ingericht, socialiseert de overheid de kosten van het bedrijfsleven naar de inwoner. De inwoner betaalt per kilowattuur veel meer belasting, meer boete en krijgt minder terugleververgoeding. Voor bedrijven geldt overigens gewoon de verkoopprijs. De kostentoebedeling geldt vooralsnog kennelijk alleen voor consumenten en niet voor bedrijven.’
PVV
Frappant genoeg deed Gom van Strien, senator namens de PVV die besloten heeft het salderen af te schaffen, ook een duit in het zakje. ‘Ik vrees dat de consument, vooral die met zonnepanelen, straks met de ene na de andere onbegrijpelijke term geconfronteerd gaat worden en aan zijn energierekening geen touw meer kan vastknopen. Nu al wordt de consument met zonnepanelen geconfronteerd met terugleverkosten die bedrijven rekenen voor mensen met zonnepanelen. Hij hoort dat de salderingsregeling wordt afgeschaft, maar ook dat hij straks weer een redelijke vergoeding voor zijn teruggeleverde stroom krijgt. Nu moet dit wetsontwerp ook de consumentenbescherming goed regelen, vooral door een versterkte rol van de ACM. Dat spreekt mijn fractie aan. Een krachtiger toezicht op de energieleveranciers lijkt mijn fractie niet overbodig.’
Vooral rond de afbouw van de salderingsregeling ontstaat volgens Van Strien veel verwarring. ‘We zien de laatste tijd dat nog voordat de salderingsregeling wordt afgeschaft, door energieleveranciers al diverse kosten in rekening gebracht worden. Dat verschilt van leverancier tot leverancier, maar de consument ziet daardoor nu al door de bomen het bos niet meer.’ Van Strien vroeg minister Hermans of zij kan garanderen dat met de inwerkingtreding van de Energiewet een voor de consument overzichtelijke en begrijpelijke kosten- en tariefstructuur ontstaat.
Stimulering batterijen
Pim van Ballekom vroeg namens de VVD aandacht voor het achterwege blijven van beleid op het terrein van thuis- en buurtbatterijen. ‘Thuis- en buurtbatterijen zouden in onze ogen de netcongestie kunnen verlichten en energie delen kunnen stimuleren. Het is geen economische investering, zo werd gesteld, maar dan zou je kunnen overwegen een dergelijke investering te faciliteren. De veiligheid dient te worden geborgd, nogal wiedes, maar daar kunnen we ook wetgeving op zetten. Thuisbatterijen leiden niet tot vermindering van CO2-uitstoot. Dat is op zich wel juist, maar het kan een nuttig instrument zijn om beter gebruik te maken van de niet-reguleerbare energie. Onduidelijk blijft voor mijn fractie waarom hier geen beleid op wordt gezet zoals in de ons omringende landen wel het geval is. Waarom zou het in het buitenland wel werken en waarom werkt het in Nederland niet?’
‘We zien dat batterijen worden ingezet om te handelen op de onbalansmarkt. Ik moet erbij zeggen dat dat vaak door commerciële tussenpartijen gebeurt’, luidde het antwoord van de minister. ‘In 5 tot 10 procent van de gevallen laadt een batterij nu tijdens piekmomenten op. Door deze toegenomen elektriciteitsvraag kan de netcongestie verergeren. Dat is wat we in de praktijk zien, terwijl het gebruik van een batterij in principe juist kan helpen. Als je elektriciteit opslaat en op de momenten dat je die nodig hebt zelf gebruikt, gebeurt dat natuurlijk niet. We zijn nu samen met de ACM, de sector en netbeheerders aan het kijken wat we kunnen doen om batterijen netcongestieneutraal in te passen. Wat voor voorwaarden moet je stellen om te voorkomen dat batterijen de netcongestie verergeren terwijl er juist zo'n potentieel in zit?’
Thuisbatterijen stimuleren
De minister stelde aanpassen ‘heel graag te willen’ zodat ze thuisbatterijen kan stimuleren. ‘Deze vorm van opslag zorgt voor de flexibiliteit die zo belangrijk is in het systeem. Ik kan me ook voorstellen dat dit iets is waarvan je denkt: dit is een bijdrage die je kunt leveren. Door thuis een batterij aan te sluiten, doe je een bijdrage aan de netcongestieproblematiek. We zien alleen in de praktijk het probleem dat ik net schetste. Daar moeten we wat aan doen. Als we dat hebben opgelost, zal ik bezien of ik het financieel verder kan stimuleren.’
Onzekerheden wegnemen
Niko Koffeman vroeg de minister tijdens het debat namens de Partij voor de Dieren (PvdD) om consumenten duidelijkheid te bezorgen bij de steeds complexere energierekening. ‘Met aparte tarieven voor verbruik, netbeheer en levering door een woud van energieaanbieders met niet- transparante termijnen, tarieven, boeteclausules en aanbiedingen, zijn de aanbiedingen van de diverse energiebedrijven voor een leek nog nauwelijks te vergelijken. Voor mensen met zonnepanelen is de ondoorzichtigheid nog groter, omdat ze te maken hebben met terugleverkosten, terugleververgoedingen, flexibele of dynamische tarieven, hoger vastrecht en onzekerheid over de uitwerking van wijzigingen in de salderingsregeling.’
Koffeman vroeg de minister of het kabinet deze onzekerheden kan wegnemen en meer transparantie kan bieden wat betreft de grote onzekerheden op het gebied van energiegebruik.
Balanceerverantwoordelijkheid
Panman (BBB) wilde bovendien nog weten of consumenten de verantwoordelijkheid krijgen om bij te dragen aan het balanceren van het stroomnet. ‘In de beantwoording op schriftelijke vragen stelt de minister dat iemand die energie deelt, bijvoorbeeld een energiegemeenschap, geen marktdeelnemer is in de zin van de wet. Daarmee draagt hij ook geen balanceerverantwoordelijkheid. Kan de minister aangeven of huishoudens met zonnepanelen die energie terugleveren, in deze context worden gezien als een marktdeelnemer en dus balanceerverantwoordelijkheid hebben?’
De minister benadrukt dat consumenten met zonnepanelen geen balanceringsverplichting hebben. ‘Huishoudens die energie terugleveren zijn geen marktdeelnemers en hebben dus ook geen balanceringsverantwoordelijkheid.’
Ontmoediging
Voor Panman was dat echter nog niet genoeg. De onbalanskosten die energiebedrijven als onderdeel van terugleverkosten in rekening brengen aan consumenten zijn de senator een doorn in het oog. ‘De coalitie heeft in het regeerakkoord een maatregel opgenomen om het salderen voor huishoudens te ontmoedigen. Ik ga ervan uit dat er dan ook ontmoediging gaat plaatsvinden aan de SDE-kant, bij windmolens en zonnevelden, totdat we de netcongestie de baas zijn en we weer voldoende capaciteit hebben om dat allemaal op te vangen.'
‘Nee, dat gaan we niet doen, want die 2 dingen staan los van elkaar’, luidde het ferme antwoord van Hermans. ‘De reden waarom het kabinet voorstelt om te stoppen met salderen heeft een andere oorzaak. Door het succes van de aanleg van zonnepanelen in Nederland zien we nu ook een keerzijde, namelijk dat ook niet-zonnepaneelbezitters meebetalen aan de kosten van zonnepaneelbezitters. Dat leidt tot oneerlijkheid in het systeem. Het salderen brengt ook hoge kosten met zich mee. Er kan in de transitie een moment ontstaan dat je moet zeggen: we stoppen met een regeling die we in 2004 als tijdelijke stimulering hadden bedacht voor deze vorm van duurzame opwekking van energie. Bovendien kan dit besluit helpen om de netcongestieproblemen tegen te gaan, omdat dit mensen stimuleert om energie die zij zelf met zonlicht hebben opgewekt, ook zelf te gaan gebruiken en niet aan het net terug te leveren.’
Niet meest populaire
‘Ik snap dat het afschaffen van salderen geen leuke maatregel is als je net in zonnepanelen geïnvesteerd hebt en de saldering berekend hebt in je investering’, vervolgde de minister. ‘Dit is niet de meest populaire maatregel uit de lijst van dingen die mijn opdracht zijn uit dit regeerprogramma. Heel plat gezegd is die ook gewoon ingegeven doordat we financieel in andere tijden zitten dan een tijdje geleden. Dit is een bijdrage die ik vanuit mijn portefeuille kan doen. Die kan ik inhoudelijk goed onderbouwen, door wat ik net vertelde. Het terugleveren, het salderen, brengt kosten mee die door iedereen betaald worden. De belastingopbrengst die we niet hebben, of eigenlijk de derving, wordt door iedereen betaald. De kosten van het salderen komen ook terecht bij mensen die geen zonnepanelen hebben. Ik vind het dus goed te verdedigen dat we met deze regeling stoppen. Ik snap ook dat dat niet leuk is en dat dit niet de fijnste maatregel is.’